-3-
7.Verlenen van een zakelijk recht aan de H.V. P.H.E.M. voor oprichting
van een hoogspanningsmast en de aanleg van een electriciteitsli.in.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
8.Verlenen van medewerking aan een uitbreiding van de kleuterschool
te Bosschenhoofd.
Op desbetreffende vragen van de heer Pfaff antwoordt de voorzitter
dat de toekomstige verlaging van het aantal kleuters per klas mede
in de overwegingen is betrokken.
Financieel zal de kleuterschool na realisering van de uitbreiding
zeker niet uit de zorgen zijn. Zulks zal afhangen van de vraag op
welke bedragen de vergoedingen per lokaal en per kleuter in de toe
komst zullen worden vastgesteld, aldus de voorzitter.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
besloten.
9.Beschikbaarstelling van krediet ten behoeve van de voorbereiding
van diverse aanvullende werkgelegenheidsobjecten.
In antwoord op een desbetreffende vraag van de heer Pfaff deelt de
voorzitter mede dat de spoorwegovergang in de Heistraat een obstakel
zal vormen bij de voorgenomen wegreconstructie. Een betere beveili
ging van deze overweg zal zeker nodig zijn. Gerekend zal moeten
worden op hoge kosten voor verbreding van de overweg en voor het
aanbrengen van een Ahob-installatie, aldus de voorzitter.
In verband met de voorgenomen riolering van de Hoenderparkdreef
vraagt de heer Pfaff of gedacht wordt aan het laten betalen van een
eigen bijdrage door de bewoners.
De voorzitter antwoordt hierop dat zulks eerst kan worden bezien als
meer gegevens bekend zijn over de kosten van het project.
De heren van Merode en Nuijten verklaren zich tegenstander van een
baatbelasting verband houdend met riolering van de Hoenderparkdreef.
De heer Huijten zegt een ander standpunt in te nemen als het zou
gaan om riolering van de Uilenspiegelstraat.
De heer van den Bosch zegt in deze geen verschil te zien. Als voor
de Uilenspiegelstraat een baatbelasting zou worden ingevoerd dan
dient dat ook voor de Hoenderparkdreef te gebeuren, aldus de heer
van den Bosch.
De voorzitter wijst er op dat het kostenverschil tussen beide
projecten aanzienlijk zal zijn.
- Het -