Beantwoording vraag van de heer Eerstens Vraag. Is het uw college bekend dat momenteel twee bungalows gebouwd worden aan de Hogestraat? Is dit volgens uw college in overeenstemming met de bestemming, die indertijd aan dit gebied is gegeven? Antwoord; 1.) Het is ons bekend, dat op de door vraagsteller bedoelde plaats twee bungaloxtfs in aanbouw zijn. 2.) De bouw vindt plaats op basis van een gemeentelijke bouwvergunning, respectievelijk afgegeven op 7 april en 9 september 1970. 3.) Volgens het uitbreidingsplan in hoofdzaken mogen in het betreffende gebied woningen worden gebouwd mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen; a.) de oppervlakte van het bouwperceel moet minstens 'l HA bedragen? b.) de breedte van het bouwperceel, gemeten langs de weg, moet minstens 60 m bedragen? c.) bij de woning moet een schuur of bedrijfsruimte worden gebouwd van minstens 300 nA Op grond van de bij het bestemmingsplan behorende voorschriften kunnen burgemeester en wethouders van deze voorschriften nog ontheffing verlenen mits; a.) de oppervlakte van het bouwperceel niet minder bedraagt dan 0,5 H.A. b.) de breedte langs de weg niet minder wordt dan 40 m; O.) de inhoud van do bedrijfsruimte niet minder wordt dan 100 w? 4.) Het indringen van burgerbouw in het agrarisch gebied werd de laatste jaren een probleem, waarmede vele gemeenten te maken kregen en welk probleem ook op provinciaal en landelijk niveau werd onderkend. 5.) Er ontwikkelden zich diverse praktijken die er op gericht waren de gemeentebesturen te misleiden met betrekking tot aanvragen om ver» gunning voor het bouwen van woningen in het landelijk gebied. 6.) Omdat het gevaar aanwezig was dat het landelijk gebied in korte tijd zou worden volgebouwd met burgerwoningen besloten wij in onze ver gadering van 13 maart 1970 remmend te gaan optreden door het bouwen van woningen in het landelijk gebied alleen nog toe te staan als het hoofdberoep van de aanvrager landbouwer of tuinder zou zijn, waar omtrent advies zou worden ingewonnen o.m. bij de betreffende consu lent schappen 7.) Daarbij werd bepaald dat de op dat moment nog aanwezige aanvragen om bouwvergunning zouden worden gehonoreerd op basis van de oude inter pretatie, zulks bij wijze van overgangsregeling. Daaronder bevonden zich ook de aanvragen voor de woningen die door vraagsteller worden

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1972 | | pagina 262