Lid 1, onder c. Deze wijziging houdt verband met de inwerkingtreding van de oonwagenwet op 1 oktober 1970» Artikel 35° Door het onderscheid dat in verband met het opnemen van gedetailleerde voorschriften voor bijzondere woongebouwen is gemaakt tussen woningen en wooneenheden, kan lid 2 vervallen, omdat lid 1 nu duidelijk niet van toepassing is op wooneenheden van een bijzonder woongebouw. Afwijkingen van deze bepalingen zullen dus bij bestemmingsplan moeten worden vastgesteld. Artikel 44. De bestaande tekst en toelichting zijn niet met elkaar in overeenstem ming; een woongebouw van bijzondere vorm is geen gebouw met een bij zondere bestemming. Het artikel is gewijzigd naar de meer vrijheid gevende opvatting van de toelichting. Artikel 76a. In de praktijk blijkt er behoefte te bestaan aan een mogelijkheid om vrijstelling te verlenen van dit, in augustus 1970 aan de model-bouw verordening toegevoegde artikel. Om daarin te voorzien wordt voorge steld een lid 2 toe te voegen. Artikel 87. Bij de voorgaande wijziging van de model-bouwverordening is de wijziging naai" artikel 88 ten onrechte blijven staan. De in lid 2 onder c vermelde maat komt overeen met de in lid 4 vermelde maat voor galerijen. Artikel 92. Ad lid 3. Het stellen van nadere eisen met betrekking tot de breedte van trappen is volgens de huidige inzichten omtrent o.a. de brandveilig heid van hoge gebouwen niet zozeer nodig voor gewone flats, doch wel voor gebouwen waarin zich mindervalide personen bevinden. De nadere eis kon echter juist in de laatstgenoemde gevallen krachtens dit artikel niet worden gesteld. Ad lid 4. Nu door de in 1970 aangebrachte wijziging in de artikelen 88 en 89 duidelijker is bepaald welke eisen aan trappen gesteld moeten worden, blijkt behoefte te bestaan aan een mogelijkheid om voor hoge flatgebouwen die het hoofdtrappehuis aan een korte zijde, hebben, vrij stelling te kunnen verlenen van de eis dat de (nood)trappen aan de andere zijde 1 meter breed moeten zijn. - Artikelen 131, 132, 133 en 134»

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1972 | | pagina 254