-2-
Voorts is in het concept-besluit verwerkt de wijziging van tien
artikelen van de model-bouwverordening, welke wijzigingen geen verband
houden met de regeling inzake de bijzondere woongebouwen. Zij houden
ten dele verband met de wijziging van de model-nadere regelen inzake
afvoerbuizen, hulpstukken van afvoerleid.ingen en afvoerputten.
Ond.erstaand treft u enkele motiveringen aan van de aan te brengen
wijzigingen in de model-bouwverordening.
Artikel 1
De toevoeging van de begripsomschrijving "hoofdwoonkamer" is om de
volgende redenen aangebracht;
De thans in de model-bouwverordening gebezigde uitdrukking "de kamer als
bedoeld in artikel 72, lid 2 (hoofdwoonkamer)" wekt de indruk dat daar
mee een zeer bepaalde kamer is bedoeld. Artikel 72, lid 2, spreekt
echter van "een der in artikel 62, lid 1, onder b, bedoelde kamers".
Wanneer een woning meer dan één kamer bevat die groter is dan 16 is
dus niet gewaarborgd dat de voorzieningen die voor "de kamer als be
doeld in artikel 72, lid 2", zijn voorgeschreven, alle in dezelfde kamer
worden aangebracht. De nogal omslachtige omschrijving heeft derhalve
weinig zin. Door de uitbreiding die artikel 72, lid 2, moet ondergaan
in verband met de bepalingen inzake bijzondere woongebouwen wordt die
omschrijving nog bezwaarlijker. Om deze redenen is de uitdrukking "de
kamer als bedoeld in artikel 72, lid 2 (hoofdwoonkamer)" vervangen door
"hoofdwoonkamer" en is in artikel 1 d.e hoofdwoonkamer gedefinieerd als
"een zodanig aangemerkte kamer die voldoet aan het bepaalde in artikel
72, lid 2".
De toevoeging van lid 3 is een noodvoorziening om het aantal wijzigingen
dat in de verordening moet worden vastgesteld, zoveel mogelijk te
beperken. Bij komende wijzigingen in de genoemde artikelen zullen deze
ook op wooneenheden van toepassing worden verklaard, opdat dit lid 3
te zijner tijd weer kan worden geschrapt.
Artikel 2.
Het bepaalde in het slot van lid 2 leverde moeilijkheden op bij het
bouwen van bijv. bungalows met een of meer glasgevels en zelfs bij
normale woningen met borstweringen lager dan 85 cm, omdat het beneden
dat niveau gelegen raamgedeelte ingevolge artikel 104, lid 2 onder a,
als wand moet worden beschouwd en derhalve aan de daarvoor geldende
eisen moest voldoen. Dat de kozijnen bij de deuren en ramen bezien
moeten worden is duidelijkheidshalve toegevoegd aan lid 1in de plaats
van een bijzin die gemist kan worden.
- Artikel 7. -