-11-
Teneinde er geen misverstand over te laten bestaan dat B. en W. de
geneeskundige aanwijzen, is deze toevoeging- opgenomen.
Artikel 16
Het huidige artikel 16 wordt artikel 16, lid 1. Het cijfer 3 op de
derde regel vervangen door een 4„
Een tweede lid toevoegen luidende als volgt
2, Indien de wachtgelder aanspraken heeft of verkrijgt op een uitkering-
krachtens de Werkloosheidswetde Ziektewet of de Wet on de arbeids
ongeschiktheidsverzekering, w-ordt gedurende de termijn, waarover
d.ie aanspraken bestaan, het wachtgeld slechts uitbeta,ald voor zover
het evenbedoelde uitkeringen te boven gaat.
Toelichting;
Het vervangen van het cijfer 3 door 4 in lid 1 houdt verband met de
vernummering van de leden van artikel E 13 van het A.A.E.
Voor bepaalde groeperingen van ambtenaren die onder de werkingssfeer
van de sociale verzekeringswetten vallen (zij wier bezoldiging
beneden de grens voor het ambtenaarschap van de Algemene burgerlijke
pensioenwet ligt thans 2.825,50 per jaar) betekent de Wachtgeld
verordening een suppletieregeling. Een anti-samenloopbepaling met wette
lijke uitkeringen werkt verduidelijkend. Hoewel nl. in artikel 12
wordt gesproken van inkomsten "uit of in verband met arbeid of
bedrijf" en hier dus uitkeringen als in dit artikellid bedoeld in
ieite onder gerangschikt moeten worden, leek het, enerzijds omdat
dit niet steeds xrordt en werd onderkend en anderzijds omdat het
oude artikel 16 (thans lid 1de samenloop regelt met ziekengeld
krachtens het Ambtenarenreglementzinvol de beperkende bepalingen
bij samenloop van naar haar aard gelijksoortige uitkeringen in een
artikel samen te brengen.
Artikel 21lid 1
Herschrijven als volgt;
1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de wachtgelder wordt aan
de nagelaten echtgenoot een bedrag uitgekeerd gelijk aan de bezoldi
ging als bedoeld in artikel 3» over een tijdvak van drie maanden.
Laat de overledene geen echtgenoot na, dan geschiedt de uitkering-
ten behoeve van zijn minderjarige wettige of natuurlijke kinderen,
dan wel minderjarige pleegkinderen. Ontbreken ook zodanige kinderen,
dan geschiedt de uitkering ten behoeve van ouders, broers, zusters
of meerderjarige kinderen van wie de overledene kostwinner was.
Toelichting;
Ha de invoering van de Smartegelduitkering in de Ziektewet, de Wet
op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet werkloosheidsvoor
ziening alsmede naar aanleiding van het opnemen van artikel 36 in
de Ziektewet, waardoor de nagelaten betrekkingen van degene die uit
kering krachtens de Werkloosheidswet geniet en overlijdt krachtens
de in vermeld artikel 36 neergelegde fictie ook smartegeld ontvangen,
moest nader worden bezien welke consequenties dit ten aanzien van
overheidsregelingen inzake uitkering bij onvrijwillige werkloosheid
had. Gelet op het feit dat bij de wettelijke regelingen niet de
hoogte van de uitkering relevant is, maar het laatstgenoten dagloon,
valt niet in te zien waarom ook de nagelaten betrekkingen van de
gewezen overheidsdienaar da,n niet op dezelfde voet zouden moeten
worden behandeld. Be voorgestelde wijziging is overeenkomstig de
rijksregeling. Het vervallen van het woord "erkende" is een aanpas
sing aan Boek I van het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
- Aan -