van meergenoemde wetten afzonderlijk beperkende 'regelen te stellen Het stellen van deze beperkende bepalingen geschiedt naar analogie van artikel 1639 1, lid 4 van het Burgerlijk Wetboek» Voor de ge vallen waarin een ambtenaar verzekerd kan zijn in de zin van de onderscheidene sociale verzekeringswetten moge nog worden ver wezen naar blz. 15 en 16 van de wegwijzer voor werkgevers van januari 1971 (uitgave van de Bedrijfsvereniging voor overheids diensten) en naar de uitvoerige circulaire van het Centraal Bureau van 24 april 1969, nr. 2?28 C.B. (O.B. 1969, rubriek IV.7.3, 110. 28554)» Artikel F 6, lid 2 Herschrijven als volgt Indien de ambtenaar op een andere grond dan bedoeld in artikel E 1 verhinderd is zijn betrekking te vervullen, is hij verplicht dit zo spoedig mogelijk mede te delen of te doen mededelen» Toelichting:; Enerzijds omwille van zoveel mogelijk gelijkheid in redactie van in materieel opzicht vergelijkbare artikelen, anderzijds omdat de woorden "zo spoedig mogelijk" inhoudelijk sterker zijn dan "zo tijdig mogelijk" en omdat in de oude redactie niet werd gesproken van te °-°en mededelen waardoor melding door derden achterwege zou kunnen worden gelaten, wordt deze tekst aanbevolen. Artikel F 11lid 2 Toevoegen een onderdeel c, luidende als volgt; c. zich buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden ter beschikking te houden. Toelichting; Het; Centraal Orgaan heeft zich onder meer beraden over de vraag in welke mate (frequentie) deze verplichting kan worden opgelegd. Gelet op de diverse vormen waarin deze "thuiswacht" zich kan voor doen, is het niet wel mogelijk concrete aanbevelingen ter zake te doen. Wel is het Centraal Orgaan met de centrales van overheidsperso neel van oordeel dat de verplichting niet zwaarder op de amabtenaar mag rusten dan gedurende één week in een tijdvak van drie weken. Zie overigens toelichting bij artikel C 4, lid 2 nieuw. Artikel II 4. leden 2 en 3 Het Centraal Orgaan heeft zich beraden over de vraag of de maximale opzeggingstermijn van drie maanden moet worden teruggebracht tot twee maanden. Aangezien dit in bepaalde gevallen op bezwaren stuit is hiervan afgezien. Wel is het Centraal Orgaan van oordeel dat een soepele han tering van met name lid 3 van groot belang is en dat de ambtenaar in zijn promotiemogelijkheden en carrièreverloop zo min mogelijk mag worden belemmerd» Artikel II 5, lid 1 Be tussenzin "voor zover niet tot ontslag op andere grond aanleiding- bestaat schrappen. Toelichting; Hoewel deze tussenzin steeds in het reglement heeft gestaan en ook voorheen in artikel 109 van het vroegere Ambtenarenreglement stond, is niet meer te traceren wat de ratio van het opnemen is geweest. Gelet op de uitgebreide regeling inzake het ontslag en de vele ont slaggronden komt het gewenst voor, ook om te voorkomen dat door ver keerde interpretatie onjuiste waarde aan de inhoud van de zin wordt toegekend, tot schrappen over te gaan» - Artikel H m -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1972 | | pagina 234