I
-4-
dit geldt eveneens als de moeder overlijdt.
Artikel E 13. lid 1
In de eerste volzin wordt tussen de woorden "wordt" en "hij" tussen
gedachtenstrepen de volgende zin opgenomen
- indien en voor zover hij niet als herplaatsbaar verklaarde ambtenaar
is herplaatst in een betrekking als bedoeld in artikel IC 2, tweede lid
van de Algemene burgerlijke pensioenwet -
het woord "twee" wordt vervangen door "één"5
de punt achter het woord "ontslagen" wordt vervangen door een komma
en toegevoegd wordt: "tenzij hij recht heeft op een dad.elijk ingaand
invaliditeitspensioen, volgens de bepalingen van de Algemene burgerlijke
pensioenwet in welk geval de termijn van één jaar wordt gesteld op txrae
jaar.
Toelichting:
Aangezien de herplaatste herplaatsbaar verklaarde ambtenaar uit
anderen hoofde geldelijke aanspraken heeft, is deze toevoeging
omwille van meer duidelijkheid opgenomen. Be "nawerking" in dit
artikel neergelegd, geldt wel voor de herplaatsbaar verklaarde
ambtenaar voor x^ie geen passende functie voorhanden is en die der
halve in aanmerking komt voor een herplaatsingswachtgeld op grond
van artikel K 7 9 lid 1 van de Algemene burgerlijke pensioenwet
Het lijkt verstandig om steeds direct, wanneer blijkt dat herplaat
sing niet mogelijk is, ontslag te verlenen en herplaatsingsxrachtgeld
toe te kennen. In het toekenningsbesluit van het wachtgeld kan den
een clausule v/orden opgenomen dat opschorting plaatsvindt voor
zolang aanspraken aan artikel E 15, lid 1, A.A.R. kxinnen xrorden ont
leend. Aldus handelende xfordt voorkomen dat het pensioenfonds met
toepassing van een verkeerde interpretatie van de woorden "gaat niet
eerder in dan vijf jaar na" uit artikel K 4, lid 1 van de A.B.P.
(veel) langer dan vijf jaren xracht met het toekennen van een invali
diteitspensioen.
Ten aanzien van de wijziging van twee jaar in één jaar zij het
volgende vermeld.
Steeds is het de bedoeling geweest de gewezen ambtenaar die recht
heeft op een invaliditeitspensioen een redelijke nawerking van het
Ambtenarenreglement te garanderen^ daartoe is een nabetalingsperiode
van twee jaar ingevoerd.
Boor het opnemen van het derde lid is voor degenen die geen recht
op een invaliditeitspensioen kunnen doen gelden - met zoveel woorden
in lid 3 vermeld - een duidelijke relatie met de V/et op de arbeids
ongeschiktheidsverzekering gelegd. Het is dan ook logisch voor vrat
betreft de nav/erking van het A.A.R. voor deze gewezen ambtenaar de
termijn van de Ziektewet aan te houden.
Het Centraal Orgaan xrajst er nog op dat bij de invoering van dit
gewijzigde artikellid een overgangsbepaling nodig is in die gemeenten
waar op de datum van ingang van de wijziging, gewezen ambtenaren
aanspraken aan het huidige artikel E 13, lid 1, ontlenen, opdat die
a,anspraken op de oude voet worden gehonoreerd.
Een dergelijke overgangsbepaling zou bijvoorbeeld kunnen luiden:
"Voor de op de datum van inwerkingtreding van dit artikellid lopende
aanspraken op een uitkering krachtens artikel E 13, lid 1, blijft
dit artikellid zoals dit voor de datxim van inwerkingtreding der
wijziging luidde, van kracht".
Artikel E 13 -