gemeente Hoeven Raadsvergadering d.d. 6 oktober 1972. Onderwerp: Vaststelling partieel bestemmingsplan "Buitengebied 1972-Natuurgebieden" HOEVEN, 29 september 1972. Zoals u bekend zal zijn, vervielen per 1 augustus 1970 de bepalingen op grond waarvan de minister over mogelijkheden beschikte, door hem aangewezen natuurgebieden tegen aantasting te beschermen. Zowel de minister als de gedeputeerde staten hebben er met klem op aangedrongen, dat vanaf die datum de bescherming zou worden neerge legd in gemeentelijke bestemmingsplannen. Bovenstaande gold derhalve ook voor het binnen deze gemeente ge legen natuurgebied, te weten het boezemgebied in de St.Maartenspolder, langs de Poldersdijk. Tengevolge van de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden en de overvloed aan ander werk waarmee onze (zo goed als alle andere) stedebouwkundige toch al wordt overstroomd, was het voor hem onmogelijk een ontwerp-bestemmingsplan zo tijdig gereed te hebben, dat dit uiter lijk 1 augustus 1970 ter visie kon worden gelegd, en waarmee derhalve de voortgezette bescherming gewaarborgd zou zijn. Tot het tijdstip van ter visielegging moest daarom die bescher ming gevonden worden door middel van voorbereidingsbesluiten. Het laatste werd door u vastgesteld op 22 juni 1972. In nauw overleg met het Staatsbosbeheer en na vooroverleg met de Provinciale Planologische Dienst is inmiddels een ontwerp-bestemmings plan voor dat natuurgebied gereed gekomen, welk ontwerp van 28 augustus tot en met 27 september j.l. voor eenieder ter inzage heeft gelegen. Zoals uit de bijbehorende kaart blijkt, strekt het plan zich uit over een smalle strook langs de Poldersdijk, vanaf de Goudbloemsedijk tot op de hoogte van de boerderij van P. Wijnen (Langeweg 3). Deze strook bestaat uit enkele broekbosjes, een oude griend, enige open plassen, moeraspercelen en enkele met opgaande populieren beplante lage weilandpercelen. Op de Poldersdijk staat een meerrijige populieren beplanting. Door deze afx^isseling in vegetatietypen is het gebied land schappelijk waardevol. Daarnaast heeft het ook een natuurwetenschappe lijke waarde, die van botanische en ornithologische aard is. De voorschriften zijn er op gericht de huidige staat te handhaven. - Daarom -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1972 | | pagina 186