-2- De Stichting Halderberg heeft onlangs een beroep op ons gedaan or te bevorderen, dat dit bedrag door de gemeente wordt overgenomen, omdat de stichting niet over de mogelijkheid beschikt om een dergelijk bedrag- ten laste van de exploitatie van haar woningbezit te brengen. Het Rijk, dar een bijdrage verleent in de woningexploitatie, accepteert bedoelde kosten begrijpelijkerwijs niet als stichtingskosten, omdat die kosten een geheel ander project betreffen. De enige inkomsten van de stichting bestaan uit huren en rijksbijdragen. Het behoeft geen betoog, dat deze inkomsten geen ruimte bieden om de voor het bejaardencentrum gemaakte kosten te dekken. Aangezien voorts het plan om tot de bouw van een bejaardencentrum te geraken door de gemeente is geopperd en de gemeentelijke invloed in de voorbereidingsfase van beslissende betekenis is geweest, zoals o.a. kan blijken uit de oorspronkelijke bestuurssamenstelling, achten wij het juist, dat de betreffende kosten voor rekening van de gemeente worden genomen. Voor de dekking van deze uitgaaf staan verschillende wegen open, t.w. a. het verstrekken van een bijdrage ineens tot het bedrag der kosten. De bijdrage kan worden gedekt uit de saldi-reserve of door afschrij ving t.l.v. de gewone dienst in een aantal jaren. b. het verstrekken van een zodanige bijdrage per jaar, dat de totale kosten in een beperkt aantal jaren zijn gedekt. Ad_a. Door het verstrekken van een bijdrage ineens wordt bereikt, dat de Stichting Halderberg terstond van de last bevrijd wordt. Daar staat tegenover, dat de gemeente uit financieringsoogpunt een forse aderlating- ondergaat. De financieringspositie, die toch reeds weinig rooskleurig genoemd kan worden, wordt er aanmerkelijk door verslechterd. Door af- ooeking van de bijdrage ten laste van de saldireserve is de schade in de j-inancieringssfeer bovendien van blijvende aard. Afschrijving van de bijdrage in termijnen ten laste van de gewone dienst zou de onttrekking van middelen aan de reserve, althans geleidelijk aan weer ongedaan maken. In beide gevallen wordt de gewone dienst (bovendien) belast met rente kosten. Immers moeten voor de financiering van een grote bijdrage ineens financieringsmiddelen worden aangetrokken, waarvoor- rente verschuldigd is. Rekening houdende met de huidige kapitaalrentevoet ad 7-1- a 8°/o, zal deze rentelast jaarlijks 9.886,— a 11.298,— bedragen bij beschik king over de saldireserve zonder herstel van deze reserve door afschrij ving on dezelfde bedragen in het eerste jaar wanneer afschrijving ten 3-ste van de gewone dienst plaats heeft. In het eerste geval is er sprake van een blijvende rentelast, in het tweede van een rentelast, die afneemt naar mate op de uitgaaf wordt afgeschreven. Ar] "h

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1972 | | pagina 175