gemeente Hoeven Raadsvergadering d.d. 30 augustus 1372» Inderwerp: overleg en voorbereiding centrum vormings- en ontwikkelingswerk in West-Brabant HOEVEN, 18 augustus 1372. Medio 1971 werd in Vest-Brabant een groep gevormd die zich wilde inzetten voor de oprichting van een gewestelijk vormingscentrum. De eerste aanleiding daartoe was het hiaatdat was ontstaan als gevolg van de sluiting van "Bouvigne". Men zocht dan ook aanvankelijk naar negen, om de funkties van "Bouvigne" in een of andere vorm te continu eren. Er bleek echter allengs een veel bredere en meer gevarieerde behoefte aan vormings- en ontwikkelingswerk dan vanuit een intra-muraal centrum (internaat) zou kunnen worden gehonoreerd. Deze constatering leidde ertoe, dat men het plan opvatte, toe te werken naar een vorm, die was aangepast aan de gesignaleerde verscheidenheid in behoeften. Daarbij werd gedacht aan een extra-muraal centrum, van waaruit aandacht kon worden besteed aan de behoeften, problemen en ontwikkelingen in het gewest West-Brabant, dat zelf initiatieven neemt, welke de persoonlijke vorming, ontwikkeling en ontplooiing van mensen beogen, maar dat zich tevens dienstbaar maakt aan de aktiviteiten en initiatieven, die op dit gebied door anderen worden genomen, in de activiteiten van de groep zal ook "Seppe" wellicht een werkzaam aandeel kunnen hebben, waarbij nog wordt aangetekend, dat zelfs de werkzaamheden vanuit "Seppe" zouden kunnen worden ter hand genomen. De initiatiefgroep is de mening toegedaan, dat een centrum voor extra-muraal vormings- en ontwikkelingswerk voor West-Brabant alleen van de grond kan en moet komen, als het gewest er achter staat. Dit betekent dat doelstelling, vormgeving en werkwijze ervan door het gewest zouden moeten worden onderschreven en gedragen. Daarom wordt het noodzakelijk geacht om de bij de initiatiefgroep levende ideeën over een dergelijk centrum in het gewest aan de orde en ter discussie te stellen. Enerzijds kan de door de groep uitgewerkte opzet dan worden toegelicht, terwijl anderzijds kan worden nagegaan, of en zo ja in hoeverre het voorliggende ontwerp in een duidelijke behoefte voorziet, x mogelijke suggesties, op- en aanmerkingen enz. in de definitieve Plannen zullen kunnen worden verwerkt. - De -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1972 | | pagina 139