-10- Diverse malen werden er in de raad reeds "beloften gedaan betreffende verbetering van de Molenweg. Is er na deze beloften in werkelijkheid al eens iets gebeurd? Zo neen, waarom niet? Zo ja, dan zijn de genomen maatregelen van geen enkel nut geweest en volkomen onjuist genomen en uitgevoerd. Vooral nu de restauratie van de Heimolen voltooiing nadert is het bijzonder jammer dat deze Molenweg nog steeds in een zo'n erbarmelijke toestand verkeert. Gaarne in deze ditmaal iets meer dan enkel uw aandacht. De toestand van de dichtbij gelegen Achterhoeksestraat willen wij hier mede gaarne in uw aandacht aanbevelen» Antwoord s Met betrekking tot de Molenbaan is door ons college aan de dienst gemeentewerken de opdracht verstrekt om de weg zo goed mogelijk in berijdbare staat te houden. Uit hoofde van deze opdracht wordt bij regelmaat werkzaamheden aan de Molenbaan verricht. Laatstelijk x/erd drie weken geleden een onderhoudsbeurt gegeven. Het streven is erop gericht om eerlang te komen tot het aanbrengen van een verharding. Daarbij is het de bedoeling dat in eerste instantie wordt nagegaan of het project zou kunnen worden uitgevoerd als E-werk. Hu in de huidige situatie geen nieuwe E-objecten voor subsidiëring kunnen worden voorgedragen en de financieringspositie van de gemeente uitvoering in vrij werk niet toelaat, ziet het er niet naar uit dat de verharding spoedig een feit zal zijn. Intussen zal het nodige worden gedaan om de weg zo goed mogelijk berijd baar te houden, zoals zulks ook geldt voor de overige onverharde wegen in deze gemeente. Met betrekking tot de Achterhoeksestraat zullen xirij de dienst gemeente werken vragen ons te adviseren omtrent eventueel te treffen voor zieningen» Vraag; In de raadsvergadering van 27 april 1972 werd door ondergetekende verzocht een nieuw onderzoek in te laten stellen door de commissie agrarische bouwaanvragen betreffende de aan u allen bekende bouwaanvrage van de heer Matthijssen. Erkentelijk ben ik in de eerste plaats voor de spoedige gevolggeving aan dit verzoek en op de tweede plaats ben ik bijzonder erkentelijk ervoor dat ik aanwezig heb mogen en kunnen zijn bij het onderhoud dat heer Matthijssen betreffende deze had met de secretaris van de hier boven genoemde commissie. - Ha -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1972 | | pagina 116