I
-4-
- 4.) -
Spreker eindigt zijn betoog door mede te delen dat hij zich volledig
kan verenigen met de maatregelen die burgemeester en wethouders
terzake van het springterrein hebben getroffen.
De heer Lockefeer merkt op dat de geluidshinder ook andere delen van
het dorp betreft.
Spreker zegt van mening te zijn dat de kwestie tot juiste proporties
behoort te worden teruggebracht. Dit is mogelijk met wat meer begrip
voor eikaars moeilijkheden en met wat meer verdraagzaamheid. Er moet
hier niet gepraat worden over luttele guldens aldus de heer
Lockefeer, die wijst op de tonnen die worden besteed aan voetbalclubs.
Op desbetreffende vragen van de heer Kerstens antwoordt de voorzitter
dat het zeker enige tijd zal vergen om een ander terrein van 7 a 8
H.A. te vinden. Wel is het naar de mening van de voorzitter een
goede zaak dat in brede kring belangstelling is gewekt voor de
problemen van de parasport.
De moeilijkheden ten aanzien van de woning van de heer van Steen
zijn inmiddels onderzocht en besloten is terzake maatregelen te
treffen.
Desgevraagd door de heer van den Bosch deelt de voorzitter mede dat
de kwestie verhuur van het springterrein nog zal worden voorgelegd
aan de raadscommissie voor openbare werken.
De heer Oomen zegt dat alles in het werk moet worden gesteld om het
terrein op de Rucphense heide weer beschikbaar te krijgen.
De heer van Herode stelt voor aan de personen die op de campings in
de gemeente verblijven middels een circulaire te verzoeken niet op
de landerijen te lopen.
De voorzitter zegt deze suggestie gaarne over te nemen.
De heer Pfaff vraagt nadere informaties met betrekking tot het door
de heer van den Bosch genoemd krediet van 3.000,--.
Haar aanleiding daarvan deelt de voorzitter mede, dat het hier gaat
om beschikbaarstelling van materialen, waarvan de kosten door de
E.N.P.C. worden terugbetaald in relatie tot de gebruiksduur van het
terrein.
Aan het einde van de discussie wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten van de raad een schrijven te doen uitgaan aan de reouestran-
ten, welk schrijven inhoudelijk zal zijn afgestemd op de brief van
burgemeester en wethouders d.d. 9 juni 1972, nr. 1262. Tevens wordt
besloten op een later tijdstip een gespreksavond met de requestranten
te beleggen.