gemeente Hoeven
Agendanr. 1 5
Raadsvergadering d.d. 29 april 197"!
fcnderwerp; verordening marktgelden.
HOEVEN, 20 april 1971
Zoals wij in ons voorstel inzake de vaststelling van een markt-
verordening schreven, hebben wij er de voorkeur aan gegeven, in een af
zonderlijke verordening de rechten en verplichtingen van de marktkoop
lieden te regelen, zulks in tegenstelling tot de in sommige gemeenten
gevolgde gedragslijn om zowel de instelling van de markt als het markt-
geld in één verordening te regelen., Het is derhalve noodzakelijk, ook de
regeling van het marktgeld in een aparte verordening vast te leggen.
In het agendadossier is een ontwerp-marktgeldverordening ter inzage
gelegd.
Deze verordening regelt de vergoeding, die voor het innemen van een
standplaats verschuldigd is. Het marktgeld is uiteraard verschuldigd door
degene, aan wie de standplaats is toegewezen. Volgens het ontwerp
bedraagt het 1,50 per dag of gedeelte daarvan voor elke kraam of tent,
en 1,75 voor elke andere standplaats (standwerker e.d.). Deze bedragen
komen globaal overeen met de in de gemeenten Ïïtten-Leur, Oudenbosch,
Rucphen en Oud— en Hieuw Gastel geldende prijzen. In het agendad.ossier
is een opsomming gegeven van de in genoemde gemeenten vastgestelde markt-
gelden.
Re inning van het marktgeld geschiedt door een ambtenaar, die daar
toe door ons wordt aangewezen. Voor elke betaling wordt een kwitantie
afgegeven. Bij nalatigheid in de betaling vindt de invordering plaats
overeenkomstig do bepalingen van de gemeentewet.
Het tarief moet zodanig x^orden geregeld, dat de gemeente hoogstens
sen matige winst kan behalen. Hoewel de baten en lasten, die voor de
gemeente uit het doen houden van een weekmarkt voortvloeien, thans niet
exact kunnen worden bepaald bij gebrek aan ervaringscijfers, kan o.i.
nauwelijks worden verwacht, dat de kosten zullen worden gedekt uit de
opbrengst van do marktgelden. De kosten bestaan in hoofdzaak uit kosten
van de marktmeester, het schoonvegen c.q. schoonspuiten van het markt
terrein, eventuele verkeersmaatregelen en administratiekosten. De op
brengst is uiteraard nog moeilijker te schatten. Bij een voorlopig als
maximaal te beschouwen aantal kramen van 25 zou op jaarbasis ten hoogste
f 1.950,— aan marktgeld kunnen worden geheven.