In afwachting van de herziening van do rijksvergoedingsnormen voor de kapitaalslasten betreffende het kleuteronderwijs, hebben wij in het begrotingsontwerp dan ook het nadelig slot van genoemd begrotingsonder— zoek ten laste van de saldi-reserve gebracht, om rechtstreekse nadelige beïnvloeding van de gewone dienst door de kosten van het kleuteronderwij te voorkomen. Uitkeringen uit het gemeentefonds. Zoals bekend, wordt de belangrijkste bron van inkomsten voor de gemeente gevormd door de uitkeringen uit het Gemeentefonds, waarin een gedeelte van de opbrengst van de meeste rijksbelastingen wordt gestort ter verde ling over de gemeenten. In tegenstelling tot hetgeen wij in onze aanbiedingsnota bij de begroting 1971 schreven, ontvangt onze gemeente slechts twee uitkeringen uit het fonds, omdat de vroegere belastinguitkering is vervallen. De overblijven de uitkeringen zijns 1. de uitkering terzake van het lager onderwijs? 2. de algemene uitkering. De eerstgenoemde uitkering is geraamd op 226.557,50. Geplaatst tegen over het nadelig saldo van hoofdstuk VIII, 2b, van de gewone dienst (lager onderwijs) ad 244-749,68, moet worden geconstateerd, dat de kosten van het lager onderwijs niet volledig worden gedekt door genoemde uitkering uit het gemeentefonds. Strikt formeel is dit ook niet noodzake lijk, omdat het doel van de gemeentefondsuitkering niet is, de kosten van het lager onderwijs als het ware op declaratiebasis te vergoeden. Dit zou ook moeilijk te rijmen zijn met het stelsel van de Lager-onder- wijswet 1920, die de bekostiging van het lager onderwijs, met uitzonderir van de salariskosten van de leerkrachten, aan de gemeenten opdraagt. De onderwijsuitkering uit het gemeentefonds is een van de uitkeringsvormen, die het mogelijk maakt, de middelen van het fonds zo objectief mogelijk te verdelen. Uitgangspunt daarbij is, dat met die uitkering praktisch all gemeenten worden bereikt, omdat immers haast elke gemeente lagere scholen kent. Daarom speelt bij deze uitkering het aantal klaslokalen, leerlingen, en onderwijzers een overheersende rol. Dat de kosten van het lager onderwijs in 1972 de geraamde gemeentefonds- uitkering overschrijden, komt doordat de uitkering o.m. is berekend met inachtneming van slechts 7 klaslokalen in Bosschenhoofd, terwijl ten laste van de gemeente komen de kapitaalslasten van 9 klaslokalen in Bosschenhoofd. De uitkering is echter beperkt tot zoveel lokalen als er onderwijzers zijn aangesteld, nl. 7 (per 16 september 1971). - Bij -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1971 | | pagina 239