I I Slechts door een regionale c„q. streeksgewijze recreatieplanning en recreatiebeleid zal een duidelijk recreatie- en welzijnsboloid in onze streek kunnen worden gevoerd en zal op de medewerking van de hogere overheid kunnen worden gerekend. Alleen op deze wijze zullen de poten- tió'le kansen en mogelijkheden voor en door de gehele streek kunnen worden benut» Het op hot stuk van de recreatie thans bestaande, zij het nog tamelijk nieuwe, regeringsbeleid zal echter een sterke stimulans geven aan het prognostisch onderzoek om de behoefte aan recreatievoorzieningen te kunnen peilen en om de capaciteit van een bepaald gebied te kunnen vast stellen- Daarbij moet echter wel worden voorkomen, dat alle mogelijke zeer kostbare en tijdrovende onderzoekingen zullen worden gepleegd, die door de snelle ontwikkelingen en wijzigingen in het recreatie-patroon en recreatiegedrag na het afsluiten van het onderzoek weer zijn achter haald en derhalve niet of weinig meer bruikbaar zijn voor het richting geven aan een daadwerkelijk gezamenlijk recreatiebeleid» Het is overigens verheugend, dat ook het Overlegorgaan Roosendaal in het afgelopen jaar, ten aanzien van dit stuk welzijnszorg, stappen in de goede richting heeft gezet. Wellicht zal nog in 197*1 voor een groot gedeelte de inmiddels gegeven opdracht tot het maken van een structuur schets voor landschap en recreatie voor de gehele regio Roosendaal kunnen worden uitgevoerd. Voor het doen van enkele noodzakelijke gerichte incidentele onderzoekingen biedt de begroting van het Overlegorgaan de nodige ruimte» Het is nu echter nog in een te vroeg stadium om een antwoord te kunnen formuleren op de vraag hoe wij ons gemeentelijk en regionaal moeten opstellen tegenover het in 1970 alleszins in beginsel toe te juichen initiatief van de op instignatie van de Streek V.V.V.'s tot stand gekomen "Commissie Recreatie en Toerisme" om een globaal wetenschappe lijk recreatieonderzoek voor Groot West-Brabant te doen verrichten. Wel kunnen wij ons in goede gemoede afvragen, leergeld trekkende uit de ervaringen, opgedaan in de voel kleinere grondgebieden omvattende stads gewesten in deze Provincie of het grondgebied van Groot West-Brabant, omvattende een veertigtal gemeenten, niet veel te groot is en het onder zoek daardoor voel te tijdrovend en derhalve niet tijdig resultaatgevend zal zijn. Overigens zullen door de Commissie nog vele vragen moeten worden beantwoord waaronder wijze en tijdsduur van onderzoek, kostenfactor, verdeel sleutel van de kosten over de bij het onderzoek betrokken gemeenten, inpassing van de door de gemeenten o.q. regio's gedane of in uitvoering - zijnde -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1971 | | pagina 18