gemeente Hoeven
Agendam. 7
Raadsvergadering d.d. 17 april 1970
Onderwerp.- beschikking over belegde risicoreserve t.b.v» de woningstichting
St.Bernardus -
De woningstichting St.Bernardus te Oudenbosch heeft gevraagd om
beschikbaarstelling van een gedeelte van de bij de gemeente belegde
risicoreserve van de woningcomplexen, die per 1 januari 1967 aan de
stichting in eigendom zijn overgedragen»
De stichting heeft deze geldmiddelen nodig voor de financiering
van de niet met een geldlening gefinancierde stichtingskosten van 38
premiewoningen in Hoeven en van 17 premiewoningen in Bosschenhoofd.
Het financieringstekort mag worden gedekt uit de risicoreserve, die
hiertoe voor maximaal 50% raag worden aangesproken» Yoor de aanvullende
financiering van genoemde complexen is nodig 103.300,nl. het
verschil tussen de stichtingskosten ad 1 .639,400,— en de gesloten
geldleningen, volgens opgaaf van de stichting groot 1.536.100,
Wij hebben de woningstichting toestemming verleend om de helft van de
risicoreserve, die ruim 200,000,— bedraagt, voor de suppletoire
financiering van genoemde woningen can te rcnlou.
Een gedeelte van die risicoreserve is bij de gemeente belegd ter
voldoening aan een voorwaarde, die u bij de overdracht van het woning-
bezit hebt gesteld (raadsbesluit van 29 december 1966sub I?)Nu de
helft van da reserve voor de aanvullende financiering nodig is, zal
het bij de gemeente belegde gedeelte van de risicoreserve eveneens
voor 50$ moeten worden aangesproken. Het saldo van de reserve bedroeg
op 1 januari 1967 124-747s89daaraan in de jaren 1967 t/m 1969
toegevoegde rente en de 7$~storting zullen alsnog aan de woning
stichting moeten worden uitgekeerd. Wij stellen u voor, de helft van
het saldo van de (belegde) reserve ter beschikking te stellen van de
woningstichting, met dien verstande, dat belegd blijft een rond
bedrag van 60.000, De afronding tot 60.000,- leidt ertoe, dat
iets meer dan 50$ wordt uitgekeerd» Dit lijkt ons billijk, omdat de
woningstichting afziet van de terugvordering van een bedrag ad
8,664,64 wegens door haar blijkens haar bedrijfsrekening 1967 aan
het rijk gerestitueerde rijksbijdragen over perioden, die aan het
bedrijfsjaar voorafgingen. De teruggaaf van rijksbijdragen is ten laste
van de risicoreserve gebracht, hetgeen ook naar onze mening juist is.
HOEVEN, 8 april 1970.