m IN HEiMORI AM Mevrouw, Mijne Heren leden van de gemeenteraad. Aan het begin van deze vergadering is het passend om enige ogenblikken stil te staan bij de tragische gebeurtenissen, die sedert de laatste vergadering van de gemeenteraad over ons zijn gekomen Meer dan ooit. Mevrouw, Mijne Heren zijn wij de voorbije weken gecon fronteerd met de vergankelijkheid van het leven. In een korte spanne tijds hebben wij afscheid voor het leven moeten nemen van een drietal personen, die ons binnen het gemeentebestuur zeer na stonden. la een zeer kortstondig ziekbed ging van ons heen Mevrouw Wijnen, de echtgenote van onze wethouder Wijnen. God geve haar de beloning voor haar goede werken en voor haar nimmer aflatende zorgen en de troost aan hen, die haar zo node missen. Slechts enkele dagen later werden wij opgeschrikt door het toch nog onverwachte overlijden van onze medebestuurder, vriend en collega Willem Verschuren. Met de heer Verschuren is een man van ons heengegaan, die wij kunnen kwalificeren als een volksvertegenwoordiger van de goede soort, een man, die, zoals Pastoor Koek het tijdens de uitvaartdienst zo treffend onder woorden bracht, in vele geledingen van onze gemeenschap zal worden gemist. Meer dan dertig jaren lang genoot de heer Verschuren het vertrouwen van de bevolking en heeft hij zijn beste krachten gegeven aan de behartiging van de belangen van do gemeente. Het algemeen belang was voor hem de richtsnoer van zijn lidmaatschap van de gemeenteraad. Hij deed zijn werk in een geheel eigen stijl. Wij kenden hem als een hardnekkig pleitervoor de goede zaak, zowel tijdens de raadsvergaderingen als daarbuiten. Door zijn intense belangstelling en interesse voor de mens en de gemeen schap, door zijn vasthoudendheid en zijn gevoel voor humor werd hij door zijn medeburgers en zijn collega's zeer gewaardeerd. De gemeenschap van Bosschenhoofd heeft in hem een goed mens, een trouwe vertegenwoordiger en een actieve medeburger verloren, die steeds en overal bereid was te helpen, waar en wanneer zijn hulp nodig was.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1970 | | pagina 89