Beantwoording.vragen van de heer van Ifcrode. Vraag 1 Bij de doorstromingsregeling voor woningen is het de bedoeling dat huizen met een lagere huurwaarde vrijkomen voor de minder draagkracht!gen. In zijn opzet een brilliante regeling. Het bestaande bedrag van 250,-- cis ma,,imum werkt m.i. echter remmend op de gebruikmaking ervan. Het is n.l. toch zo dat Ktf van de stichtingskosten van een huis of de huurprijs bepalend zijn voor deze regeling. Wanneer we bezien dat de huidige stichtingskosten ran een „oning (grond bom,) dermate hoog zijn dat b.v. iemand zie zelf een voning koopt of bouwt in eerste instantie niet in aanmerking kan komen, want hoeveel hmzen worden thans nog gebouwd bonedon de 30.000,— (103; is 3.000,— 250,per maand)? Daarbij komt nog dat jonge mensen welke sparen om een huis te kunnen bouwen moedeloos worden alleen al door de ontwaarding van het geld en zien daarbij hopeloos de prijzen stijgen in de bouwwereld. Zij vechten als het ware tegen de bierkaai. De sterke onder hen zetten door en bouwen toch. Wanneer zij echter denken recht te hebben op de premie krijgen ze de domper op de neus. De realiteit is hard, dat weten we maar is men op het ministerie dan blind, mist de minister dan gevoel of inzicht voor die groen welke onze economie toch uiteindelijk versterken, bezitvorming wordt toch gestimuleerd en verbetert toch ook onze economie. Is een gemeente dan zo onmachtig en heeft deze dan totaal geen invloed, desnoods dit regionaal of provinciaal, dit de betreffende ministeries van volkshuisvesting en financiën onder ogen te brengen en aan te dringen op verruiming van deze wet door het plafond van 250,-- te laten verdwijnen of zodanig op te trekken zodat deze wet werkelijk zin krijgt. Dat deze groep mensen welke toch een steunpilaar zijn voor onze staat niet in de verdrukking wordt gebracht. Of moeten hier de politieke partijen over beslissen en de diverse voor zitters der fracties worden benaderd? vindt dit waarschijnlijk te vergaand doch m.i. is deze wet te belang rijk om zomaar aan voorbij te gaan, daar uiteindelijk de minst gesitu eerden en meest machteloze, het jonge paar dat op trouwen staan, ermee wordt gebaat of geschaad. Mijn vraag voor bovengenoemde groep welke ik mag betitelen als krachtige figuren in onze maatschappij zou ik willen voorstellen, dat de gemeente deze wél mag verstaan en zo wij niet in staat zijn deze wet te verande-on wij als gemeente toch de 20% van 1.250,- welke bij de doorstromings regeling ten laste van de gemeente komt deze groep als premie uit te keren. - Een -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1970 | | pagina 308