-5- De heer ITuijten zegt dat het naar zijn mening beter was geweest indien met de eigenaar vooraf overleg was gepleegd. De voorzitter antwoordt hierop, dat aan het bijhouden van de stort plaats het nodige wordt gedaan, onder meer door het houden van toe zicht. Te bedenken is voorts dat de omstandigheden sedert de inge bruikname van de stortplaats ingrijpend zijn veranderd, met name voor wat betreft de stoffen, die thans bij het vuilnis terecht komen. Met de eigenaar wordt reeds geruime tijd onderhandeld over aankoop van het betreffende perceel, zulks in samenwerking met de gemeenten Oudenbosch en Standdaarbuiten. Vele moeilijkheden zouden kunnen worden voorkomen als de gemeenten in deze kwestie baas in eigen huis zouden zijn. De eigenaar vraagt echter veel geld en neemt een sterke positie in. Dit neemt niet weg, dat de onderhandelingen worden voortgezet, waartoe betrokkene op korte termijn opnieuw zal xrorden benaderd. Daarbij zal getracht worden tot een redelijke prijs te komen. Voor wat betreft de klacht over de afwerking van de stortplaats deelt wethouder Wijnen mede dat nog grote hoeveelheden grond in depot liggen voor afdekking van de volgestorte gedeelten. Spreker wijst op een ander volgestort perceel, dat in een waardevol weide land is herschapen. De heer Oomen zegt het te betreuren dat dit voorstel komt op een moment, waarop met de eigenaar van het perceel nog geen overeen stemming is verkregen. Spreker zegt van mening te zijn dat aankoop door de gemeente de beste weg is. De heer van den Oever beoordeelt de situatie zodanig, dat de eigenaar er op uit is om er beter van te worden en de gemeente op hoge kosten te jagen. De heer Pfaff vraagt of hetniet verstandig is nog even te xjachten met aankoop van het betreffende perceel, hangende de uitslag van de proefnemingen met vuilverbranding in leegstaande steenfabrieken. De voorzitter antwoordt hierop dat deze oplossing blijkens van technici verkregen gegevenbwaarschijnlijk niet bruikbaar zal zijn vanwege de luchtverontreiniging. Indien het tegendeel het geval zou zijn blijft nog behoefte bestaan aan stortplaatsen voor niet brandbare afvalstoffen.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1970 | | pagina 147