Artikel 122c„ 1. Het is verboden een voertuig waarmede om andere dan eenvoudig en on middellijk te verhelpen redenen op de weg niet mag of kan worden geredenlanger dan zeven dagen achtereen op de \-reg te parkeren» 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien en voor zover de Verordening Landschapsschoon Noord-Brabant 1950 van toepas sing is» Artikel 122d. 1. Het is de eigenaar of houder van voertuigen,, welke zijn voorzien van aanduidingen van commerciële reclame, verboden drie of meer van deze voertuigen bij elkaar op door burgemeester en wethouders bij een openbaar bekend te maken besluit aangewezen wegen en tijdstippen te parkeren, indien redelijkerwijze is aan te nemen, dat deze voertuigen aldaar zijn geparkeerd voor het maken van commerciële reclame. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien en voor zover de Verordening Landschapsschoon Noord-Brabant 1950 van toepas- KXIIIa ^t!_ïll4bSverval|fdeling 2o Andere onderwerpen betreffende verkeer en vervoer. ■XXIV. De artikelen 126 tot en met 126e vervallen» IXXIVa artikel 'i29b vervalt» XXV. Na artikel 129a worden ingevoegd de volgende artikelen; Artikel 129b» Burgemeester en wethouders zijn bevoegd uit een oogpunt van welstand bij een op de gebruikelijke wijze bekend te maken besluit dén of meer wegen of weggedeelten aan te wijzen, alwaar het verboden is een voertuig, dat met inbegrip van de lading een lengte van meer dan zes meter of een hoogte van meer dan twee meter heeft, langer dan één uur te doen of te laten staan, wanneer dit niet voor het onmiddellijk laden of lossen van het voertuig noodzakelijk is» Artikel 129c» In andere gevallen dan die waarin het bepaalde in de Verordening Land schapsschoon Noord-Brabant 1950 van toepassing is, is het de eigenaar of houder van een kampeerwagen, een caravan of een ander vervoermiddel ten dienste van de recreatie verboden deze/dit te doen of te laten staan op een voor het publiek zichtbare plaats daar waar burgemeester en wet houders dit blijkens een aan hem bij aangetekend schrijven gedane mede deling schadelijk achten voor het uiterlijk aanzien van de omgeving. Artikel 129d. 1Het is verboden een voertuigwrak op de weg of van de weg af zichtbaar te plaatsen of te hebben. Onder voertuigwrak wordt mede verstaan; een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing ind.ien en voor zover de Verordening Landschapsschoon Noord-Brabant 1950 van toe passing is. ■XXVI. Artikel 138 wordt gelezen; "Overtreding van enige bepaling van deze verordening wordt gestraft meb hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden." Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van De voorzitter

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1970 | | pagina 122