-2- De schuldrestanten van deze leningen bedroegen op 1 januari 1970 respec tievelijk 2.111,18 en 1.822,29--Wij achten het niet in het belang van de vereniging om deze leningen vervroegd af te lossen omdat de rente van de vervangende thans te verstrekken geldlening aanzienlijk hoger zal zijn. Bovendien wordt de annuïteit van de geldlening voor de uniformen ten bedrage van 432,84 als element van de subsidiëring volledig aan de fanfare vergoed. Na het aanbrengen van deze correcties hebben wij het financieringstekort, dat door voornoemde investeringen ontstaat, vastgesteld op het, weliswaar afgeronde, bedrag van 20.000,— Dit bedrag hebben wij als volgt berekend: Kosten i.v.m. aanschaffing van instrumenten f 30.000,— Te verminderen met: uitkering uit het Anjerfonds f 4*000, aanwending van eigen middelen 6.000, -jo.oOO, 20.000,— V/ij achten de gevolgen van een geldlening tot dit bedrag voor de exploitatierekening van de fanfare echter zo zwaar, dat wij hebben uitgezien naar een regeling, die voor de fanfare minder bezwaarlijk is. Hiervoor is te meer aanleiding, omdat verwacht moet worden, dat de fanfare in de toekomst nogmaals voor grote uitgaven zal komen te staan wanneer nl. de opleiding van de leerlingen zal zijn voltooid en deze in het korps zullen zijn opgenomen. Wij achten het niet uitgesloten, dat daarvoor wederom een verzoek om steun uit de gemeentekas zal worden ged.aan. V/ij achten de volgende regeling aanvaardbaars 1. aan de fanfare "St.Caecilia" te Hoeven een 30-jarige annuïteits lening te verstrekken van 10.000,tegen een rentevoet van Q'/ot, 2. aan deze fanfare een bijdrage a fonds perdu te verlenen van 10.000,- Ten aanzien van de onder punt 1 genoemde geldlening merken wij op, dao de jaarlijkse lasten van de annuïteitslening 883,27 bedragen, nl. 10.000,x 0,03882743. Dit bedrag achten wij voor de fanfare betaal baar. Bovendien bestaat nog de mogelijkheid om aan de fanfare een extra subsidie in de lcapitaalslasten te verlenen, indien onverhoopt mocht blijken, dat een sluitende exploitatie niet haalbaar zou zijn. Gezien de eigen werkzaamheid van de leden van de fanfare zijn wij van mening, dat de fanfare deze extra belasting van de exploitatierekening zal kunnen compenseren. - Ten -

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1970 | | pagina 11