IS i -2- Tenslotte hebben wij eind november j.l. de statistiek van de vergoedingen per leerling voor 1969 van het C.B.S. ontvangen, die uitwijst, dat het bedrag per leerling in Nederland in gemeenten met 5000 - 10000 inwoners 112,79 bedroeg en in Noord-Brabant 104,10. In de ontwerp-begroting 1970 hebben wij een bedrag van 120,- per leerling opgenomen. Aangezien de begroting reeds naar de drukkerij was gezonden toen het advies van de inspectie binnenkwam, hebben wij daarmee geen rekening kunnen houden. Wel hebben wij ons van de aanvang af gerealiseerd, dat het bedrag ten opzichte van 1969 moest worden verhoogd, zeker nadat wij u hadden voorgesteld, laatstgenoemd bedrag tot 109,te verhogen. De mate van verhoging was echter enerzijds afhankelijk van de beschikbare middelen, en anderzijds van de door de schoolbesturen door middel van hun begrotingen naar voren gebrachte wensen. Afweging van de verschillende taken, die aan de gemeente ter behartiging zijn toevertrouwd, heeft ons de overtuiging geschonken, dat een bedrag van 120,maximaal haalbaar is te achten. Dit bedrag- overtreft overigens de door de schoolbesturen gemiddeld nodig geachte vergoeding. Bovendien moet worden bedacht, dat - in tegenstelling tot b.v. in de gemeente Etten-Leur - in het bedrag per leerling geen kosten zijn opgenomen betreffende het gymnastiekonderwijs, het schoolzwemmen en de culturele vorming. De gemeentebegroting 1970 wordt voor deze doeleinden extra belast met respectievelijk 15,256,(post 290) 2.150,(post 512) en 300,(post 322 sub d). De totaalsom van deze kosten bedraagt 17,706,of ruim 24,per leerling. Omdat de gymnastiekzaal te Hoeven overdag onderbezet is, zijn de exploitatie kosten, omgerekend per scholier, bijzonder hoog. Zou men deze kosten willen terugbrengen tot 3,P©£ gebruiksuur, zoals dit het geval is met de vergoeding voor het gymnastiekonderwijs in "De Schakel", dan komt het totale bedrag per leerling buiten de vergoeding ex art. 101 op bijna 9, Samenvattend achten wij een bedrag van 120,— per leerling voor 1970 voldoende ruim om de scholen in staat te stellen, goed onderwijs te geven en de schoolgebouwen goed te exploiteren. Wij geven u dan ook in overweging, de vergoeding per leerling ex art. 101 der Lager-onderwijswet 1920, voor het jaar 1970 vast te stellen op 120, Een ontwerp-raadsbesluit ligt met de andere in aanmerking komende stukken voor u ter inzage in het agendadossier. Burgemeester en wethouders van Hoeven. Twaalfhoven, burgemeester. Vergouwen, secretaris.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1969 | | pagina 274