Notulen der openbare vergadering van de Baad,gehouden op
donderdag 29 juni 1967,des avonds te 7.30 uur.
Voorzitter:F.Twaalfhoven;
Sekretaris :A. J.C.ii.Vergouwen;
AauwezigiAlle leden,met uitzondering van de heer Korsmit,
net kennisgeving.
Opening.
Vaststelling
notulen.
Ingekomen
stukken.
De voorzitter opent de vergadering met gebed en heet allen
hartelijk welkom, ook de vertegenwoordigers van de pers en de
mensen op de publieke tribune.Bij deelt iaede,dat de heer Korsmit
is verhinderd de vergadering bij te wonen - hij is opa geworden -
en stelt voor aan betrokkene een gelukstelegram te verzenden,
waarmee allen instemmen.
Bet door de voorzitter getrokken lot wijst de heer Schouw aan
om bij voorkomende stemmingen het eerst zijn stem uit te brengen.
De notulen der vergadering van 25 mei 1967,die de raadsleden
werden toegezonden,worden, zonder hoofdelijke stemmingongewijzigd
vastgesteld.
De ingekomen stukken,verrneld onder punt 3,sub a t/m e,der
agenda voor deze vergadering,worden,conform het voorstel van
burgemeester en wethoudersvoor kennisgeving aangenomen.
Geldlening van
106.300.-
aan te gaan
met de N.V.
Bank voor
liedGemten.
Bij raadsbesluit van 10 augustus 1931goedgekeurd door Gede
puteerde Staten op 16 augustus 1951G.nr16224werd besloten tot
het aangaan van een vaste lening tot een bedrag van 124,000.-
met de N.V.Bank voor Nederlandse Gemeenten,te 's Gravenhage.In
artikel 5 van de overeenkomst van geldlening d.d. 30/31 augustus
1951 is bepaald,dat n.i.v. 1 september 1967 de geldneemster
telkens op de aflossingsvervaldagen gehouden zal zijn het saldo
der lening geheel en ineens af te lossen en de verschuldigde
rente en kosten te betalen,indien geldgeefster haar ten minste
drie maanden tevoren schriftelijk aanzegging daartoe heeft gedaan
Het opnemen van deze clausule was noodzakelijk, omdat in het
kontrakt van de door de N.V.Bank voor Ned.Gemeenten opgenomen
geldlening,uit de opbrengst waarvan de lening aan onze gemeente
werd verstrekt,oen clausule van gelijke strekking moest worden
aanvaard.
De geldgever van de N.V. heeft thans gebruik gemaakt van de
bevoegdheid tot opvraging van het restant-leningsbedrag.Als
gevolg hiervan is de N.V. genoodzaakt eveneens gebruik te maken
van het bepaalde in bovenaangehaald artikel 5 en heeft bij brief
van 25 mei j.1.nr.1-6085,verzocht het restant-leningsbedrag per
1 september a.s. ineens af te lossen.
Na aftrek van de op 1 september a.s. verschuldigde normale
jaarlijkse aflossing bedraagt het restant-leningsbedrag
106.273.52.De N.V. is echter zo bereidwillig om per 1 septem
ber 1967 een nieuwe geldlening te verstrekken van 106.300.-.