2o. tie woonruimte voor de heer Beljaars. Wat punt 1 betreft ben ik van mening,dat de opnamecapaciteit van de camping onvoldoende is en derhalve getracht moet worden deze belangrijk uit te breiden.Voorts ben ik van mening,dat de ter reinen van de camping in het vervolg voor geen ankel ander doel dan voor de recreatie gebruikt dienen te worden. Met betrekking tot punt 2 zou ik willen opmerken,dat de woon ruimte van de heer Beljaars niet voldoet aan de minimum eisen, v/elke daaraan gesteld mogen worden.De heer Beljaars heeft 5 kinderen en naarmate deze kinderen ouder worden,neemt de be hoefte aan studieruimte toe en wordt het probleem van de huis vesting voor de heer Beljaars steeds groter.Het oplossen van dit huisvestingsprobleem is m.i. slechts mogelijk door de bouw van een definitieve woning voor de heer Beljaars op de terreinen van de camping. Voor de hierboven vermelde punten,doch in het bijzonder voor het huisvestingsprobleem van de heer Beljaarsvraag ik uw bij zondere aandacht.Gaarne zal ik op de eerstvolgende vergadering van de Raad uw zienswijze m.b.t. beide punten vernemen,waarbij ik tevens af hankelijk van uw antwoordgaarne in de gelegenheid zal worden gesteld daarover net u nader van gedachten te wisselen." "b. Op 27 april j.l. besprak ik met uw kollege de kwestie Ant.van Oers,wonende Akkcrlingen Inr86alhierIk gaf uw kollege daarbij als mijn mening te kennen,dat de kwestie van Oers slechts kan worden opgeiostwanneer de heer Damen,wonende in de Scheldelaan,een strookje grond langs de woning van van Oers aan de gemeente,c.qde woningstichting "St.Bernardus",zou willen verkopen Ik heb daarbij ook nog gewezen op nog 2 andere soortgelijke ge vallen,die slechts op dezelfde wijze opgelost kunnen worden als het geval van Oers.In feite is het geen zaak van de huidige be woners van deze drie panden, hoewel zij er thans direkt bij be trokken zijn,doch een zaak van de gemeentecq van de woning stichting "St .Bernarduswelke net deze nare kwestie blijft zitten,wanneer daarvoor geen bevredigende oplossing wordt ge vonden. Door u werd op bovengenoemde datum toegezegd,dat u deze kwestie in de vergadering van uw kollege zou bespreken.Gaarne zal ik in de eerstvolgende vergadering van de Raad van u ver nemen,welke pogingen uw kollege reeds heeft ondernomen on deze kwestie tot een bevredigende oplossing te brengen en wat het resultaat hiervan is." T.a.v. de eerste vraag deelt de voorzitter nee,dat hij deze aangelegenheid gaarne in een persoonlijk gesprek wil opnemen.Het is wel een kwestie van de Stichtingdoch de gemeente is er ten nauwste bij betrokken.Het kollege van B. en W. is dan ook bereid na te gaan of er mogelijkheden zijn om het voorgste 1de te ver wezenlijken.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1967 | | pagina 55