trekking alle in overheidsdienst doorgebrachte tijd,wélke in aan merking komt voor de berekening van pensioen,geldt als diensttijd voor de toepassing van de wachtgeldverordening. hierdoor wordt niet alleen de duur van het wachtgeld na ontslag uit een nevenbetrekking onevenredig lang,hetgeen nooit in de bedoeling heeft gelegen,maar bovendien kan dit zeer na delig zijn voor de ambtenaren.Immers artikel 6,sub b,bepaaltdat diensttijd,welke reeds in aanmerking is genomen bij de berekening van de duur van een wachtgeld niet wordt medegeteld.Door deze bepaling kan de duur van het wachtgeld na ontslag uit de hoofd betrekking indien daaraan een ontslag uit een nevenbetrekking is voorafgegaan,zeer sterk worden bekort. Voorts wordt in artikel 6,sub c,het begrip "diensttijd" on juist gehanteerd,aangezien tijd,doorgebracht in een betrekking, waarin men geen ambtenaar is in de zin van de Pensioenwetnooit in aanmerking kan komen voor de berekening van pensioen en der halve geen diensttijd is in de zin van artikel 6. Het Centraal Orgaan heeft de gemeentebesturen daarom gead viseerd de tekst van artikel 6 te wijzigen als in het overgelegd ontwerp-besluit vermeld. De heer Pfaff informeert of 't eenzelfde regeling is als die van 't Rijk.Als dat zo is kan hij 't namelijk wel begrijpen. Het is,zegt de voorzittereen voorstel van het Centraal Orgaan der Vereniging van Nederlandse Gemeenten,zodat toch wel mag worden aangenomen,dat we veilig zitten. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het aangeboden ontwerp-besluit vastgesteld. Tegen dat ontwerp zijn binnen genoemd tijdvak 6 bezwaar schriften ingekomen,die alle worden overgelegd. T.a.v. deze bezwaarschriften merken burgexaeester en wet houders het volgende op: 1. Bezwaarschrif t A.C.de Rooij, Hof straat 1. In verband met de verkeerstechnische oplossing van het aan- sluitingspunt van 2 structureel belangrijke vxegen met een te ver wachten grote verkeersintensiteitis een continuering van de bestaande toestand ten zeerste te ontraden,temeer daar een ont- sluitingsweg van de achterliggende gronden een goede oplossing net de vereiste uitzichtshoeken dringend maakt. Overigens zij nog opgemerktdat indertijd tegen het vigerende plan,waarin een congruente oplossing vervat was,geen bezwaren naar voren zijn gebracht. Burgemeester en wethouders adviseren dan ook dit bezwaar ongegrond te verklaren. 2. Bezwaarschrift A .VermuntHof straat 15. Aangezien de moeilijkheden bij axaovering van de nieuw ge- Vaststelling plan "Centrum". Zoals bekend zal zijn heeft van 3 oktober tot en met 2 no vember 1966 ter inzage gelegen het ontwerp-besteumingsplan "Centrum".

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1967 | | pagina 45