De indrukwekkende afscheidsreceptie en het prachtige ge schenk van Nieuw-Vossemeer zijn er het bewijs van dat ik niet teveel heb gezegd. Aan de wijze, waarop u de ingezetenen van uw vorige gemeen te tegemoet bent getreden, zou ik een bijzonder grote waarde willen toekennen. Zo gemakkelijk dreigt een burgemeester in de moderne tijd gebukt te gaan onder strikt zakelijke beslommeringen, zodat aan een puur menselijk contact met de inwoners nauwelijks meer wordt toegekomen. Uw opvatting van het burgemeesterambt geeft mij het ver trouwen dat het persoonlijk welzijn van de inwoners van onze beide kerkdorpen u evenzeer ter harte zal gaan als het tot stand brengen van verschillende zakelijke voorzieningen. Onze inwoners hebben een burgemeester gekregen bij wie zij met een gerust hart kunnen aankloppen. In verband met uw benoeming wil ik ook gaarne dank brengen aan de Commissaris der Koningin in de Provincie Noord-Brabant en andere autoriteiten, die in deze tot advies waren geroepen. Het wachten op de benoeming was lang, ja, leek soms zonder uitzicht. Ik was er mij echter van bewust dat niet de tijdsduur van de vacature maar de kwaliteit van de te benoemen persoon de hoofd- fol speelde. Ik meen te mogen zeggen dat het resultaat de tijd van wachten ruimschoots waard is geweest. Tenslotte wil ik vanaf deze plaats nog gaarne dank brengen aan onze ijverige secretaris voor de buitengewone wijze, waarop hij in de achter ons liggende maanden een steun is geweest bij het besturen van de gemeente. Burgemeester en Mevrouw, ik hoop, dat u zich spoedig in onze gemeente thuis zult voelen en dat u in ons midden gelukkig zult kunnen leven en werken. Ik dank u". Daarna spreekt het oudste lid van de gemeenteraad, de heer Wens, de burgemeester toe als volgt Als oudste in jaren der gemeenteraadsleden van Hoeven, is mij de eer te beurt gevallen, om u met uwe echtgenote en kinderen, namens de raadsleden, van harte te feliciteren met uwe benoeming als burgemeester van de gemeente Hoeven en u tevens een hartelijk welkom toe te roepen in onze gemeente. Ik zou in mijn plicht te kort schieten, indien ik onze vorige burgemeester de Krom, niet in deze toespraak zou betrek* ken. Ik wil dan namens de gemeenteraadsleden hier onze oprechte dank brengen voor al hetgeen hij in voorgaande jaren voor onze gemeente heeft gedaan. Yooral een woord van dank, voor zijn onver moeid werken aan de recreatie in onze gemeente.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1967 | | pagina 33