bepalingen.
In deze model-bouwverordening is gestreefd naar lande
lijk aanvaardbare minima,doch hiermee wordt uiteraard niet
bedoeld het minimum-woonpèi1 op dit niveau te fixeren.De
Adviescommissie blijft n.l. bestaan en zal zorg dragen,dat
het model afgestemd blijft op de ontwikkeling van de in
zichten op het gebied van de volkshuisvesting en de bouw
techniek.
Bij de verordening is een toelichting gevoegd en daarin
zijn ook wenken voor de toepassing van de bouwverordening
verwerkt
Het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
heeft er op aangedrongen,teneinde het beoogde doel te be
reiken - n.l, de unificatie van de gemeentelijke bouwveror
deningen - de model-bouwverordening zoveel mogelijk te
volgen en daarin zo weinig mogelijk wijzigingen aan te brengen.
Wel zijn er een aantal bepalingen in de bouwverordening
die facultatief zijn gesteld en die aan de aard en structuur
der gemeente moeten worden aangepast.
Burgemeester en wethouders stellen voor het advies te
volgen en alleen die wijzigingen of aanvullingen op te nemen,
die voor onze gemeente noodzakelijk zijn.
De aanvullingen en wijzigingen hebben o.a. betrekking op
artikel 62,lid l,sub b,waar k kamers worden voorgeschreven,
hetgeen neerkomt op 1 hoofdwoonkamer en 3 slaapkamers.
Gebleken is,dat ook de Provinciale Directie van de
Volkshuisvesting is geporteerd voor minimaal 3 slaapkamers.
Overigens wordt opgemerktdat aan het in de bouwverordening
genoemde minimum aantal kamers geen overdreven waarde moet
worden toegekend.Verreweg het grootste gedeelte der wo
ningen zal worden gebouwd in gebieden waarvoor een bestem
mingsplan geldt en in de bij de plannen behorende voor
schriften kan de minimum woninggrootte geheel bij de plaat
selijke behoefte worden aangepast.Is dit het geval,dan geldt
de bouwverordening alleen voor de buiten het gebied van een
bestemmingsplan te bouwen woningen.Zo nodig kan voor wo
ningen met een bijzondere bestemming (bejaardenwoningen)
ontheffing van dit voorschrift worden verleend.
Dat is dan ook wel de voornaamste wijziging.
Ingevolge artikel 16 van de woningwet behoeven op deze
wet steunende bepalingen van de bouwverordening de goed
keuring van Gedeputeerde Staten.
Nadat de bouwverordening is goedgekeurd moet deze worden
afgekondigd.Ingevolge artikel 205 der gemeentewet treedt de
verordening, indien geen ander tijdstip wordt aangewezen, in
werking op de derde dag na die,waarop de afkondiging heeft
plaats gehad.
Burgemeester en wethouders stellen voor de verordening