Opheffing
Instelling Soc,
JuIpverlening
en overdracht
vermogen aan
gemeente
üet mag bekend worden veronderstelddat op 1 januari 1965 de
Algemene Bijstandswet in werking is getreden.
Ingevolge art88eerste lid,dient de gemeenteraad binnen 2
jaar 11a die datum, 11a overleg Liet het bestuur der Instellingte
bepalen of een deel,en zo ja welk deel,van het vermogen van de
Instelling voor Sociale Hulpverlening,in verband met de overgang
van de taak der bijstandsverlening op burgemeester en wethouders,
op de gemeente overgaat.
Aangezien de gehele bijstandsverlening op het gemeentebestuur
is overgegaan en derhalve voor de Instelling geen enkele taak op
dit gebied is overgebleven,stellen burgemeester en wethouders
voor te bepalen,dat het gehele vermogen van de Instelling aan de
gemeente wordt overgedragen.
Zodoende is dan ook elke grond aan het voortbestaan van de
Instelling ontnomen, om welke reden zij voorstellen tegelijkertijd
tot opheffing van de Instelling te besluiten.
net bestuur van de Instelling gaat met een en ander akkoord.
Conform het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
eenparig besloten en het daartoe overgelegde concept-besluit
vastgesteld.
Aanwijzing
ambachts
lieden
Ook voor het jaar 1967 zullen weer ambachtslieden moeten
worden aangewezen,aan wie het verrichten van kleine herstel
lingen en andere werkzaamheden kunnen worden opgedragen,die niet
voor aanbesteding vatbaar zijn en niet door eigen personeel uit
gevoerd kunnen worden.
De daarvoor opgemaakte rooster volgendstellen burgemeester
en wethouders voor de navolgende personen als zodanig aan te
wijzen:
smid voor Hoeven
voor Bosschenhoofd:
metselaar voor hoeven
voor Bosschenhoofd
timmerman voor hoeven
voor Bosschenhoofd
schilder voor hoeven:
voor Bosschenhoofd
loodgieter voor hoeven
voor Bosschenhoofd
G.van Caupenhout
J .W .Stroop
Jac .iteijnders
C.noendervangers
P.Nelissen
AStadhouders
M. Braspenning
L.Wens
L. v.dCorput
J.W.Stroop.
Jet daartoe aangeboden ontwerp-besluit wordt eenparig vast-
geste ld
benoeming
leden «om-
missie tot
wering van
schoolverzuim.
Artikel 21 van de leerplichtwet bepaalt,dat de gemeenteraad
telkens voor de tijd van 3 jaar de leden van de commissie tot
wering van schoolverzuim moet benoemen.
Aangezien de zittingsperiode van de huidige commissie op
31 december a.s. afloopt,b®1 tot benoeming van een nieuwe
commissie voor het tijdvak van 1 januari 1967 tot en met 31
december 1969 moeten worden overgegaan.