notulen der openbare vergadering van de haad,gehouden op donderdag 1 decenber 1966,des avonds te 7.30 uur.. Voorzitter: C.Schouw loco-burgerueester) Sekretaris A J ..C ,.hVerg om/en Aanwezig: Alle leden. Burgeneester's vacature. Opening Vaststelling notulen. i)e voorzitter opent de vergadering met gebed, net door de voorzitter getrokken lot wijst de heer Oomen aan, om bij voorkomende stemmingen het eerst zijn sten uit te brengen. Inzake de ter vaststelling aangeboden notulen deelt de heer Pfaff uede,dat het weergegevenedat hij meermalen net de heer \/eesie zou hebben gesproken,naar dat de zaak steeds werd afge wezen, ondat het geueentebestuur er niet nee instemde,niet juist is.Spreker is van uening,dat de samenwerking net de vakorgani saties goed is.mj vraagt dan ook een correctie op die notulen, hetgeen bij deze plaats heeft. De heer Nuijten heeft waardering voor de notulering door de sekretarisvindt liet een goede weergave van het verhandelde en meent,dat de verslaggever van het Brabants Nieuwsblad niet zo objectief is geweest. Spreker merkt verder op,dat het reglement van orde in die vergadering niet juist is toegepastmet name het bepaalde in artikel 15,waarin staat,dat de voorzitterindien hij lid van de xiaad is,het laatst zijn sten uitbrengt .Toevalligerwyze had de voorzitter het eerst zijn sten uitgebracht. Voorts informeert de heer Nuijten of de voorzitter wel had mogen meestemmen,waarop deze uededeeltdat hij toch lid van de Eaad is en dus zeer zeker mocht meestemmen. hierna worden de notulen van 20 oktober 1966 met eenparige stemmen vastgesteld. Ingekomen stukken. Vaststelling vergoeding ex ploitatie kosten lagere scholen over 1966. De ingekomen stukken,vermeld onder punt 3,sub a t/n l,der agenda voor deze vergadering,worden,conform het voorstel van burgemeester en wethoudersvoor kennisgeving aangenomen. De besturen der bijzondere lagere scholen hebben vaststelling verzocht van de vergoedingbedoeld in art.101 der l.o.wet 1920, Volgens dat artikel vergoedt de gemeente elk jaar de kosten van de exploitatie aan de hand van een voor dat jaar vastgesteld bedrag per leerling en net inachtneming van het werkelijk aantal leerlingen van elke school. Op deze vergoeding wordt elk jaar een voorschot verleend,dat bij de definitieve vaststelling van de vergoeding moet worden verrekend Behalve een bedrag per leerling vergoedt de gemeente nog de zakelijke belastingen,die de scholen over het betreffende jaar aan de gemeente hebben betaald.In onze gemeente is dat alleen de rioolbelasting,.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1966 | | pagina 79