Hernieuwde
vaststelling
8traatbe las ting
verordening.
Volgens dit wetsartikel kan de gemeenteraad garantie verlenen
van rente en aflossing terzake van geldleningen voor woningbouw.
Aan deze garantieverlening zijn drie voorwaarden verbonden,die in
het besluit geldelijke steun volkshuisvesting (artt.2 en 9) zijn
aangegeven.De eerste voorwaarde betreft de te bouwen woning.Deze
moet n.l. aan een aantal" technische eisen voldoen,die zijn genoemd
in de "Voorschriften en wenken voor het ontwerpen van woningen
(1965)".De tweede voorwaarde is van financiële aard en geldt voor
de aanvrager,die,als hij jonger is dan 55 jaar,uit eigen middelen
10 van de bouwkosten moet fourneren, en 20 als hij niet jonger
is dan 55 jaar.De derde voorwaarde is,dat de aanvraag via een
bemiddelend orgaan moet worden ingediend.
Aan deze voorwaarden is in de thans aan de orde gestelde
gevallen voldaan.
Burgemeester en wethouders adviseren daarom de gemeente
garant te stellen voor rente en aflossing terzake van de aan
aanvragers te verstrekken hypothecaire geldleningen.Ontwerp
besluiten worden daartoe overgelegd.
In het risico,dat aan het verlenen van zekerheid voor de
gemeente kan zijn verbonden,neemt het Rijk voor de helft deel.Aan
deze deelneming zijn voorwaarden verbonden,die omschreven zijn in
artikel 32 van het besluit geldelijke steun volkshuisvesting en
in artikel Ik van de beschikking geldelijke steun eigen woningen.
Aan deze voorwaarden is in de besproken gevallen voldaan.
De aanvragers zijn namelijk neerder jarig,de bouwRosten zijn be
grensd tot het bedragbedoeld in bijlage III,sub C,van genoemde
beschikkingen de geldleningen worden verstrekt onder verband
van eerste hypotheek voor ten minste 5 en ten hoogste 30 jaar en
onder de voorwaarden,vermeld in bijlage V van genoemde beschikking.
De garantiebes luiten z^jn niet aan de goedkeuring van Gede
puteerde Staten onderworpen, omdat het Rijk een bijdrage ineens
heeft toegezegd art65,eerste lid,der woningwet)
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de door burge
meester en wethouders voorgestelde garantie te verlenen.
De straatbelastingverordening 1956 is bij K.B.van 12 december
1956,nr13,voor 10 jaar goedgekeurd.In deze termijn is het tarief
eenmaal gewijzigd en wel met ingang van 1960.Voor een tariefs
wijziging achten burgemeester en wethouders thans geen termen aan
wezig.Wel stellen zij zich voor de straatbelastingtarieven te be
trekken bij een toekomstige bestudering in breder verband van de
tarieven van diverse plaatselijke belastingen.Het is niet uitge
sloten,dat sommige belastingen t.z.t. zullen moeten worden ver
hoogd, om een sluitende begroting te waarborgen.Intussen is het
wel noodzakelijk de straatbelastingverordening opnieuw vast te
stellen en ter goedkeuring aan de Kroon voor te leggen.Hen
ontwerp-verordening wordt overgelegd,waarvan de tekst vrjwel
gelijk is aan de oude verordeningzoals die op 1 januari I960
luidde.De vergoeding voor een duplicaat-aanslagbiljet - zie