5e wijziging van
de gemeentebe
groting 1966 iv
n. verhoging al
gemene uitkering
inwoner wordt gevraagd en dat wordt voorgesteld een vast be
drag ad 250.- per jaar te geven.Zijns inziens zou het beter
zijn een subsidiebedrag per inwoner vast te stellen,daar we
anders achterop zullen geraken.
hiertegen voert de voorzitter aan,dat door de stichting
"Vrienden van Seppe" i.o. een begroting is opgemaaktwaaruit
blijkt,dat de kosten van vernieuwing enz. 400.000.- zullen
bedragen.Van dat bedrag is een te betalen annuiteit berekend,
zodat de jaarlijkse kosten dus hetzelfde blijven.Zou thans
overal 5 cent per inwoner worden gegeven,zo zou over enkele
jaren de subsidie veel hoger liggen dan de te betalen an
nuiteit .Daarora ook wordt voorgesteld een vast bedrag van
250.- per jaar te geven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten als
voorge steld
Bij circulaire van 0 februari 1966, afd.F.B.B,nr.F 66/
U 2771jheeft de wlinister van Binnenlandse Zaken meegedeeld,
dat het schaalbedrag per inwonerbedoeld in art.10 van de
Financiële Verhoudingswet 19ó0,voor het uitkeringsjaar 1966
i3 gebracht van 54.- op 55.-.
liet voorlopige uitkeringspercentage is,blijkens circulaire
van 24 maart 1966,afd. F.B.B.,nr.F 66/465,voor het uitkerings
jaar 1966 verhoogd van 156 tot 167.
Als gevolg daarvan kan de raming van de algemene uit
kering voor het jaar 1966 met 50.520.- worden verhoogd,
waardoor het voor onvoorziene uitgaven beschikbare bedrag
eveneens tot dit bedrag hoger kan worden geraamd.
l)e financiële gevolgen van de in genoemde oirculaires
bedoelde nog niet geraamde - salarismaatregelen komen op
ongeveer 50.000.-.Dat bedrag dient dan ook op "onvoorziene
uitgaven" te worden gereserveerd.
De verhoging van het subsidie aan de "stichting katho
lieke openbare leeszaal en bibli otlieek" te Oudenbosch,wordt
geraamd op 520.- (zie punt 4 circulaire van 24 maart 1966,
afd.F.B.B.nr. F 66/465).
Voor "onvoorziene uitgaven" komt zodoende reëel beschik
baar een bedrag van 20.000.- 50.520.- - 30000.
520.-).
Een en ander is verwerkt in de 5e wijziging van de ge
meentebegroting 1966,welke ter vaststelling wordt aangeboden.
De heer Nuijten informeert of,als hij goed heeft gezien dat
aan de post "onvoorzien" een bedrag kan worden toegevoegd van
20.000.-,de moramers- en de liaspelstraat misschien kunnen
worden verbeterdwaarop de voorzitter antwoordtdat reeds is
toegezegd,dat in de loop van 1966 zal worden nagegaan welke
werken nog zullen kimnen worden uitgevoerdwaarmede de heer
Nuijten genoegen neemt.
Conform het voorstel van burgemeester en wethouders wordt