[frV Keken ik voor 1966 een verhoging van 5 - wat misschien ook nog aan de lage kant is - dan kou ik voor Noordbrabant op 63.60 en voor Nederland op 72.67 (rekening houdend .net de dossiergegevens 74.-) .Gezien deze cijfers slaat Hoeven weer niet zo'n gek figuur.Maar er rekening mee houdend dat jltucphen 75.- zal geven,is deze 70.- als voorgesteld wel wat aan de krappe kant. Toch wil ik akkoord gaan met de voorgestelde vergoeding, nits de vergoeding voor 1967 weer flink wordt opgetrokken, d.w.z. ueer dan 5.- als gedacht door B. en W. Uit dezelfde bronnen heb ik vernonen,dat het landelijk ge middelde voor het openbaar g.l.o. in 1964 84.16 bedroeg. U noemt echter hetzelfde bedrag als voor het bijzonder g.l.o. ö.l. 62.93. Met hetzelfde stijgingspercentage kom ik voor 1965 op 92.57,voor 1966 op 97.20. Een opmerkelijk groot verschil t.o.v. het bijzonder g.l.o., n.l. ca. 33 1/3 Volgens mijn zegslieden zou het verschil hierin gelegen zijn, dat diverse gemeenten onderhoudswerken t.b.v. het openbaar l.o. niet ten laste brengen van het hoofdstuk Onderwijsbaar van gemeentewerken.Mijn verschil met uw berekening klopt,als ik dit in aanmerking neen,want op het tabelletje in het dossier over de sauensteHing van de vergoeding voor het openbaar l.o. ontbreekt de post onderhoud gebouwen en terreinen! En deze post wordt toch door de betreffende ge meenten betaald,terwijl het bijzonder l.o. deze kosten zelf moet dragen. Dit niet op onderwijs geboekte onderhoud drukt het bedrag, dat ten laste van het openbaar onderwijs komt .De Inspectie voor het l.o. krijgt hierdoor een verkeerd beeld en adviseert een te laag bedrag voor de vergoedingen voor het bijzonder onderwijs. Ik laat in het midden of de bedoelde gemeenten dit al of niet doen net de opzet het bijzonder onderwijs kort te houden,b.v. om aan te kunnen tonen,dat dit soort onderwijs niet net de tijd meegaat,b.v. in de zin van ouderwetse leer middelen.Ik heb al eens een verklaring gehoord,dat in een bepaalde gemeente het openbaar l.o. zeer duur is door het geringe leerlingaantal.Immers een zeker aantal ouders kan de oprichting van een dergelijke school verlangen en dan moet die school er ook komen.De gegevens in het dossier wijzen hier ook op.Maar datzelfde kan ook worden gezegd van het bijzonder l.o. De wet duldt geen discriminatie van het bijzonder l.o.; dit is - naar de letter van de wet - gelijk- ge steld Vraag 1: Hoe verklaart u dit vaststaande verschil? Vraag 2: Waarom moet de vergoeding voor het bijzonder g.l.o. in de zuidelijke provincies zoveel lager zijn - ca. 15 - dan het Nederlands gemiddelde?" De voorzitter zegt dan,dat de heer Pfaff met cijfers

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1966 | | pagina 2