J: 'i, i:.:.::.":
vi n. 7
I
Xit.) hfi'i-:; i-
.Hr.,'.'
r h.r.-.,.fa»v
v;. hi:l";-i - v 5
•■T.TÏi:
-vi.
i: r:i
,1' 1
s-sji-i.»;
:;.i f.J rs.'
A
J i fi ?tCJ f*t
vt ;r- f 'Ui *ti
fi f
I'U--r 1
•L' ..;i A&hviiïlïVvl. r*i Mf,
v
r f ,Ki-.
:;r .1 V 1
;-:Y. ,-i .r.: t. <- v"
- Mv:: iviU
...j. j-www «Uw mw- UV i
J -li: vt Mi'iV Htl-ify 'Ow.-i
lv>.. (tr.-i i-UiU,^.
..t; 'fitti't If I y. J- i
1<;/7
<nHi' rwvi <''.51 .;,V. V 1 1
:.U
-'.h: n-jf* m* -U!t" 1
-li-V
Voorziening
kleuterschool
Bosschenhoofd
Verzoek P.de Rijk
>m vergunning
ex art .20 weder-
opbouwwet
(beroep weigering
bouwvergunning)
133.33 per geval ten laste van de gemeente blijft.
Burgemeester en wethouders stellen daarom voor 01a aan elk
van de aanvragers een premie van kÜO.- toe te kennen,waar
toe eenparig wordt besloten.
Het bestuur van de "Stichting Kleuterschoolte Bosschen
hoof d,heeft een aanvraag ingediend om medewerking aan de
totstandkoming van enkele voorzieningen en aanschaffingen.
Een onderzoek heeft uitgewezen,dat door inwilliging van
het verzoek de eisen, aan het geven van kleuteronderwijs te
stellen,niet zullen worden overschreden.
Vertrouwelijk delen burgemeester en wethouders mee,dat ook
de inspectrice van het kleuteronderwijs deze mening is toege
daan.
Zij stellen voor de medewerkingin de zin van artikel 50
der kleuteronderwijswette verlenen.
Omtrent de uitvoering van de plannen zal nog overleg
worden gepleegd met het schoolbestuur.
Conform het voorstel van burgemeester en wethouders
wordt met algemene stemmen besloten.
Aangeboden wordt een schrijven van P.de Rijk,te St.Wille-
brord,waarin hij verzoekt te willen bevorderen,dat hem alsnog,
met toepassing van art.20 van de wederopbouwwetvergunning
wordt verleend voor de bouw van een hangar.
l)e gang van zaken met betrekking tot dit geval wordt
door buegemeester en wethouders in het kort weergegeven.
Bij brief van 3 juni 1965,nr106lwerd hen laatstelijk mede
gedeeld,dat het om de hem bekende redenen niet mogelijk was
medewerking te verlenen.
Onder verwijzing naar deze brief wendt hij zich thans tot
de Raad.
Hoewel de procedure met betrekking tot de onderhavige
bouwaanvrage tot nog toe niet overeenkomstig de voorschriften
van de bouwverordening is verlopen,zouden burgemeester en
wethouders het schrijven van de Rijk,uit een oogpunt van
rechtszekerheid,toch willen beschouwen als beroep tegen de
weigering door hun kollege.
Het beroep is tijdig ingesteldterwijl ook overigens wordt
voldaan aan de eisen,die in art.23,lid 2,van de bouwverorde
ning ten aanzien van het beroepschrift worden gesteld.
Bovendien is de Rijk in de gelegenheid gesteld zijn be
roepschrift mondeling toe te lichten,waarvan een proces
verbaal is opgemaakt,dat eveneens wordt aangeboden.
Noch in het beroepschriftnoch bij de mondelinge toe
lichting zijn nieuwe gezichtspunten naar voren gekomen,die
ertoe zouden leiden,dat de gevraagde vergunning alsnog kan
worden verleend.
Naar de mening van burgemeester en wethouders kunnen in
dit geval bijzondere tijdsomstandigheden zeker niet als motief