-
1 i
reserve
Ka toevoeging van een bijdrage van 10.000.- zal het
onderhoudsfonds van complex II reeds in 1967 een positief
saldo vertonen.Deze korte termijn,waarin de negatieve stand
zal bestaan,achten burgemeester en wethouders wel aanvaard
baar
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wet
houders wordt eenparig besloten.
Diensttijd- Bij brief van 3 maart 1965 hebben Gedeputeerde Staten van
bevordering. Noordbrabant verzochtovereenkomstig het standpunt van de
Minister van Binnenlandse Zaken,de diensttijdbevordering te
regelen in de salarisverordening.
Tot heden hebben burgemeester en wethouders deze rege
ling beschouwd als behorend tot het promotiebeleid,dat deel
uitmaakt van het personeelsbeleid en dus tot de competentie
van hun kollege behoort.
Bij nadere bestudering van deze kwestie zijn zij echter tot
de slotsom gekomen,dat de promotie uitsluitend wegens vol
brachte diensttijd geen ruimte laat voor een eigen beleid van
hun kol lege .Beleid immers veronderstelt keuzemogelijkheid,
i.e. de keuze tussen wel bevorderen en niet bevorderen.De
bevordering op grond van diensttijd geschiedt evenwel auto-
matisch.Het kollege van burgemeester en wethouders heeft
slechts tot taak te beoordelen of de vereiste diensttijd
inderdaad is vervuld en of de dienstvervulling goed is ge
weest
Zij menen daarom,dat de diensttijdbevordering inderdaad in
de salarisregeling moet worden opgenomen en geven dan ook in
overweging de salarisregeling aan te vullen overeenkomstig
een overgelegd ontwerp-besluit
Dit ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld
Salarismaatregelen Bij circulaire van 15 april 1965 kondigde de Minister van
1 juli 1965.
Binnenlandse Zaken de salarismaatregelen aan,die voor het
overheidspersoneel zouden worden getroffen teneinde de
achterstand in de z.g. trend in te halen.
Voor het tijdvak 1 januari 1964 tot 1 juli 1965 bestond
de regeling uit de toekenning van een uitkering-ineenswaar
toe ook onlangs werd besloten.
De maatregelen,die vanaf 1 juli 1965 gelden, zijn door de
Minister nader uiteengezet in zijn circulaire van 28 mei
1965.Zij houden een verkleining in van het classificatiever-
schil (derde en vierde klasse worden tweede klasse) en een
verhoging van de salarissen met 0.3 (achterstand)
De wijzigingen hebben in het centraal overleg de in
stemming verworven van de personeelsorganisaties.
Burgemeester en wethouders geven in overweging de
salarisverordening aan te passen door vaststelling van 1