Notulen der openbare vergadering van de Raad,gehouden op
donderdag 22 juli 1965,des avonds te 7.30 uur.
Opening.
Vaststelling
notulen.
Voorzitter: A.J.de Krom;
Sekretaris: A.J.C.H.Vergouwen;
Aanwezig: Alle leden,met uitzondering van de lieren Wens,
van Oorschot en Nuijten,waarvan de twee eerstgenoemden met
kennisgeving (ziek)
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
Het door de voorzitter getrokken lot wijst de heer Pfaff
aan, om bij voorkomende stemmingen het eerst zijn stem uit te
brengen.
ZijnEd. wenst dan de heer Wens van harte beterschap en
een spoedig herstel van zijn ziekte toe.
Met het voorstel van de voorzitterom in het vervolg
voorlezing van de voorstellen van burgemeester en wethouders
achterwege te laten,wordt eenparig ingestemd.
De notulen der vergadering van 3 juni 1965,die de raads
leden werden toegezonden,worden, zonder hoofdelijke stemming,
ongewijzigd vastgesteld.
Ingekomen
stukken
Nadat de heer van Hooijdonk heeft meegedeeld,dat hij ge
zien heeft,dat de gemeente-ontvanger een kastekort heeft,
v/aar op de voorzitter toelichting geeft,worden de ingekomen
stukken,vermeld onder punt 3,sub a t/m l,der agenda voor
deze vergaderingconfora het voorstel van burgemeester en
wethoudersvoor kennisgeving aangenomen.
Afwijking van het
voorschrift van
art.19, eerste lid
der l.o.wet
1920.
Artikel 19,eerste lid,der l.o.wet 1920, schrijf t voor,dat
in elke gemeente voldoende lager onderwijs gegeven wordt "in
een genoegzaam aantal scholen,die voor alle kinderen,zonder
onderscheid van godsdientige gezindheid,toegankelijk zijn".
In het verleden naakte de wet afwijking van dat voor
schrift mogelijk telkens voor een termijn van vijf jaar .De af
wijking werd toegestaan door de Kroon.
Inmiddels is de wet herzien bij de wijzigingswet van 16
juli 1964,St .BI .nr .307.Bij deze wet is o.m. de termijn van vijf
jaar vervallen en wel gerekend vanaf 1 januari 1963.Tege
lijkertijd is ingevoerd een nieuw artikel 19ter,dat geldt voor
gemeenten,waar geen openbare school is gevestigd,In deze ge
meenten kunnen ouders van ten minste 20 kinderen de stich
ting van een openbare school vragen, indien redelijkerwijs kan
worden aangenomendat de school bij haar opening zal worden
bezocht door ten minste 50 leerlingen (in gemeenten beneden
25000 inwoners)
Aangezien geen verzoeken tot schoolstichting zijn gedaan
en ook overigens niet gebleken is,dat er in deze gemeente
behoefte zou bestaan aan een openbare schoolsteHen burge
meester en wethouders voor de Kroon te verzoeken afwijking