ya commissiebestaande uit de heren van iiooijdonk, van den Oever en Verschuren,conform welk voorstel unaniem wordt besloten. Als datum,waarop het onderzoek zal plaats hebben,wordt bepaald 26 februari a.s. Vaststelling be- Volgens art.101 der l.o.wet 1920 moet de gemeenteraad dragen per leer- ling voor 1965 voor 1 maart 1965 de bedragen vaststellen,die voor het jaar (lager onderwijs). 1965 per leerling zullen worden toegekend aan de besturen der bijzondere lagere scholen. Als maatstaf voor de bepaling van deze bedragen geldt, volgens het aangehaalde wetsartikel,het bedrag,dat nodig is om in de redelijke behoeften der scholen te voorzien. In 1964 golden de volgende bedragen: a. voor het g.l.o. 55.-; b. voor het v.g.l.o. 105.-. Voor het nieuwe jaar zullen,in verband met de oplopende prijzen, hogere bedragen moeten gelden. De Inspectrice van het l.o.,te Roosendaalheeft gead viseerd de vergoeding voor het g.l.o. minimaal te stellen op 60.— en voor het v.g.l.o. op 90.—.tiaar gedachten gaan daarbij uit naar een uiteindelijke vergoeding van 75.- voor het g.l.o. en 100.- voor het v.g.l.o. Zij is evenwel van mening,dat niemand met een plotselinge rigoureuze opvoering der exploitatiegeIden gebaat is,zodat zij de laatstgenoemde bedragen langs de weg der geleidelijk heid wil bereiken. liet is daarom,dat burgemeester en wethouders voorstel len het bedrag der vergoeding voor het g.l.o. op 60.- te bepalen,overeenkomstig het advies van de Inspectrice. T.a.v. het v.g.l.o. ligt de situatie enigszins anders. De v.g.l.o.school in Roeven heeft bijzonder weinig leer lingen (29),terwijl zij voor een vrij groot aantal scholieren (72) is gebouwd.liet is duidelijk,dat de exploitatie van deze school wel kostbaar moet zijn, omdat de vaste lasten in ver houding tot het aantal leerlingen erg hoog zijn.ilet een minimum-bedrag als door de Inspectrice wordt voorgesteld, kan dan ook niet worden volstaan. Dat dit inzicht werd gedeeld is vorig jaar gebleken, toen een vergoeding van 105.- beschikbaar werd gesteld. Burgemeester en wethouders adviseren voor 1965 in de zelfde geest te handelen door de vergoeding te bepalen op 114.-,zijnde 105.- ruim 8-^ $.(De normverhoging voor het g.l.o. is eveneens ruim 8-3- fi) De heer Pfaff vraagt wat wordt verstaan onder "redelijke behoeften" voor het onderwijs.Is daaromtrent kontakt opge nomen met de schoolbesturen? Etten geeft 74.- per leer- lingjwaarin zit 't verschil? Dat is zo,zegt de voorzitter,maar Hoeven heeft al jaren hoger gelegen dan Etten,zodatwanne er thans het advies wordt

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1965 | | pagina 2