Verkoop grond
aan Heemraad
schap "Mark en
Dintel"
de Noort wordt berekend op basis van een winst van 1000.-
per ha. vermeerderd met een vergoeding van 100.- per h.a.
voor de meerdere vaste-lastenschade en voor P.W.van de Noort
op basis van een winst van 800.- per haeveneens ver
meerderd met een vergoeding van 100.- per h.a. voor de
meerdere vaste-lastenschade.
Voor A.A.van de Noort wordt de vergoeding dan 224.40
en voor P.V.van de Noort 103.60.
Bovendien dient aan A.A.van de Noort nog een schadever
goeding te worden toegekend voor het gemis van het gebruik
van een gedeelte van de bermen en taluds van de Goudbloemse-
dijk tot een bedrag van 682.38.
Voorgesteld wordt daarom in totaal 1090.38 beschik
baar te stellen,waartoe unaniem wordt besloten.
T.b.v. de uitvoering van de Markwerken heeft het Heem
raadschap van de Mark en Dintel verzocht om aankoop van een
gedeelte,ter grootte van 290 m2,van het perceelkadastraal
bekend gemeente Zevenbergen,sektie K.nr.455,met inbegrip van
de zich op dat gedeelte bevindende brugwachterswoning
Genoemd perceel is voor 14/36 gedeelte eigendom van de
gemeente Hoeven en voor het resterende 22/36 gedeelte van
de gemeente Zevenbergen.
Deze verdeling houdt verband met de reeds van 1884
daterende overeenkomst tussen de gemeenten Zevenbergen en
Hoeven en het waterschap "De St .liaartenspolderinzake de
gemeenschappelijke exploitatie van het veer,resp. de brug
over de Mark.Bij die overeenkomst werd het aandeel van de 3
partijen bepaald op resp. 22/36, 7/36 en 7/36 gedeelte.
In 1959 werd besloten tot overname van het aandeel van
het waterschap,zodat net ingang van 1 januari 1959 de ge
meente Hoeven voor 14/36 gedeelte gerechtigd is.
Overeengekomen is een koopsom van 12.260.-welk be
drag naar het oordeel van de gemeente Zevenbergen voor alle
partijen redelijk is te achten.
Ook burgemeester en wethouders kunnen daarmee instemmen
en adviseren tot verkoop over te gaan,waartoe unaniem wordt
bes loten.
24e begrotings
wijziging 1964,be
treffende diverse
posten van de ge
wone dienst.
In de loop van het jaar zijn verschillende ramingen van
begrotingsposten 1964,voor wat betreft de uitgaven,ontoe
reikend gebleken.Daartegenover staan ook meevallers in de
vorm van lagere uitgaven en hogere ontvangsten.
Het is noodzakelijk de ramingen der begrotingsposten aan
te pass en.Een daartoe strekkend ontwerp-besluit met uit
voerige memorie van toelichting wordt overgelegd.
De aandacht wordt gevestigd op de post "onvoorziene uit
gaven" (volgnr.468).Zoals uit de memorie van toelichting
blijkt,dient uit deze post nog een aanzienlijk bedrag te
worden aangewend ter dekking van de financiële gevolgen van