de zaak toch door te zetten.
De bepaling "zichtbaar vanaf de weg" kan naar de mening
van de heer Pfaff toch wel zeer ver worden doorgevoerd.
De heer van hooijdonk zou ook de zig. "kerkhoven" willen
weren en zou daarom ook een bepaling,dienaangaandewiHen
zien opgenomen.
De heer Nuijten vraagt dan de zaak nader te willen be
kijken, gezien de opmerking van de heren Pfaff en van Hooijdonk,
Het lid van den Oever vraagt of,wanneer dit voorstel
wordt aangenomen,er dan ook tegen overtreding wordt opge
treden.
Nadat de voorzitter heeft toegezegd het geval van de
"autokerkhoven" nader te willen be zien,wordt eenparig be
sloten tot vaststelling der concept-wijziging.
Wijziging al-
geaeente poli
tieverordening
Ingevolge artikel 112 van de algemene politieverorde
ning voor de gemeente Koeven 1934 is het sluitingsuur voor
café's bepaald op 24,00 uur voor de maanden mei tot en met
september,terwijl dit voor de overige maanden bepaald is op
23.00 uur.
net vierde lid van artikel 112 bepaalt,dat in bijzondere
gevallen het sluitingsuur door de burgemeester tijdelijk later
kan worden gesteld.
Van de mogelijkheid ontheffing te verkrijgen wordt door
de caféhouders i.v.m, de vele activiteiten van diverse ver
enigingen, in de periode van oktober tot en met mei,veel
vuldig gebruik gemaakt.
Daar de vele verzoeken over het algemeen inhouden ver
lenging met één uur,dus tot 24. 00 uur, lijkt het burgemeester
en wethouders gewenstgedurende het gehele jaar het slui
tingsuur op 24.00 uur te stellen.
Ook in de gemeenten Oudenbosch,Koosendaal,Ilucphen, Oud
en Nieuw Gastel en Etten is het sluitingsuur vastgesteld op
24.00 uur.
Op grond van deze feiten stellen burgemeester en wet
houders voor om het sluitingsuur voor café's en dergelijke
inrichtingen gedurende het gehele jaar vast te stellen op
24.00 uur,waartoe unaniem wordt besloten.
Terugbetaling
aanslag de
Brabantse
Bandijk.
Ingevolge het reglement van het Hoogheemraadschap "de
Brabantse Bandijk" werd aan de gemeenten,die binnen het ge
bied van dat waterschap zijn ge legen, ingaande 1957 eenaans-
slag opgelegd.
De gemeente Breda verzette zich tegen die aanslag en bij
zijn arrest van 25 januari 1963 besliste de Hoge Eaad,dat een
gemeente als zodanig tegen haar wil niet kan worden ver
plicht tot uitgaven,anders dan uit kracht van een wet in
formele zin,derhalve niet krachtens een door de provinciale
staten,onder goedkeuring van de Kroon,vastgesteld water
schapsreglement .Hieruit volgt,dat een gemeente in haar