houders voor tot benoeming van oen arbeider in vaste dienst
over te gaan.
Aangezien voornoemde Martens zijn werk naar volle te
vredenheid verricht en hij graag in vaste dienst zou wor
den aangesteld, adviseren zij mot ingang van 1 mei 1963
in vaste dienst te benoemen tot arbeider;
Johannes Antonius Martens, geboren 7 februari 1919»
wonende te Hoeven, Moleneindsestraat 32.
Een ontwerp-besluitwaarin opgenomen zijn maandloon
volgens loongroep 4, wordt overgelegd.
Om met hem het bureau van stemopneming uit te maken
worden door de voorzitter aangewezen Mevrouw Goderie en
de hoer van Oorschot.
Ingeleverd v/orden 10 stembriefjes die bij opening al
len de naam "Martens" blijken to bevatten, zodat Johannes
Antonius Martens, wonende Moleneindsestraat 32, alhier,
ingaande 1 mei 1963, is benoemd tot arbeider in vaste dienst
op een maandloon volgons loongroep 4.
■Vraag inzake "kou- De voorzitter deelt mede, dat van de h„er Pfaff oen
i-jien- en duurtetoe- 1
islag" schriftelijke vraag is ingekomen, inzake uitkering van
"koude- en duurtetoeslag" aan de in dienst der gemeente
zijnde werk- en vaklieden.
Zoals bekend zegt de voorzitter, heeft het gemeente
bestuur bijzonder veel waardering voor de geleverde pres
taties. Ook mag bekend worden verondersteld het streven
van het gemeentebestuur om zoveel mogelijk voor het perso
neel te doen. Enkele voorbeelden worden aangehaald. T.s.v,
het loonbeloid worden door de regering richtlijnen gegeven,
om een zekere uniformiteit te krijgen. In de laatste jaren
zijn dan ook diverse besluiten van gemeentebesturen ver
nietigd, omdat ze in strijd waren mot het regeringsbeleid.
Tot op heden hebben onze mensen juist gekregen wat door 't
rijk was toegestaan. Twee uitzonderingen zijn daarbij ge
maakt, n.l. voor do ongehuwden.
In de vergadering van het gemeentebestuur, zo gaat de
voorzitter verder, is reeds nagegaan wat voor het perso
neel nog kan worden gedaan, en gehoopt wordt zeer binnen
kort een regeling te kunnen treffen, die aan de wensen en
van het gemeentebestuur èn van de Raad zal voldoen.
De heer Pfaff zegt, dat het niet zijn bedoeling is om
te zeggen, dat de werklieden ontevreden zijn; ook hij zelf
is niet ontevreden, doch in andere plaatsen wordt wel ver
der gegaan dan 1t Rijk wil en hij vraagt zich dan ook af
hoe dat te rijmen is.
Nadat do voorzitter hooft medegedeeld dat de juiste en
meest verantwoorde vorm voor de uitbetaling nog moest wor
den gevonden, zegt de hoer Pfaff volledig akkoord te kun
nen gaan.