Gedeputeerde Staten van Noordbrabant hadden gevraagd in de
briefwaarbij zij de goedgekeurde begroting 1962 toezonden.
liet 18e wijzigingsbesluit beoogt enkele begrotings
posten aan te passen aan de inmiddels nader bekend ge
worden cijfers .De meeste posten zijn z.g. overloopposten,
waarbij de ontvangen bedragen weer aan derden moeten worden
doorbetaald
Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt een
parig besloten zowel de 17e als 18e wijziging der gemeente
begroting 1962 vast te stellen.
Ruiling en
verkoop grond.
Ant .van Rijsbergen,Bovenstraat 34,is voornemens om,
achter de bestaande wonihg en ter vervanging daarvan,een
nieuwe woning te bouwen.
In verband met de geringe breedte van zijn perceel wil
hij naast zijn woning graag een strook grond van de gemeent(
kopen.Indien de voorste perceelsgrens van de reeds aan de
Julianastraat gebouwde particuliere woningen wordt door
getrokken, kan hem een strook ter breedte van 4 meter
worden overgedragen.Bij een lengte van 28.75 m. maakt deze
dus een oppervlakte uit van 115 m2.
Aan van Rijsbergen is voorgesteld een strook grond,ter
diepte van ongeveer 1.25 m. langs de Bovenstraat en over
de gehele breedte van zijn perceel (8 m.) aan de gemeente
over te dragon,zulks t.b.v. de aanleg van een trottoir by
de samenkomst van de Julianastraat net de Bovenstraat.
Als resultaat van de onderhandelingen is overeenge
komen, dat een ruiling zal worden aangegaan,waarbij van
Rijsbergen de strook langs de Julianastraat ter grootte
van 115 m2 krijgt,de gemeente de strook langs de Boven
straat ter grootte van 10 m2 ontvangt en van Rijsbergen,
ter verrekening van het verschil in grootte,aan de ge
meente bovendien nog een bedrag van 105.- (105 m2 a
1.-) betaalt.
Burgemeester en wethouders stellen voor bedoelde
ruiling aan te gaan.
Nadat de vraag van de heer Wens of men niet in con
flict komt met de vastgestelde grondprijs ter plaatse,door
de voorzitter ontkennend is beantwoord,wordt eenparig be
sloten als voorgesteld.
Vergoedingen
art.101 l.o.wet
1920 over 1961
De besturen der bijz. lagere scholen hebben gevraagd
om vaststelling der vergoeding ex art.101 der l.o.wet
1920 over het exploitatiejaar 1961Krachtens besluit van
2 februari 1961 zijn reeds voorschotten op deze exploita
tievergoeding uitbetaald.
Bij de vaststelling der vergoeding wordt rekening ge
houden met het werkelyk aantal leerlingen,dat de scholen
in 1961 heeft bezochtBovendien vindt verrekening plaats
met de reeds betaalde voorschotten.