Benoeming in
vaste dienst
van C.Marij
nissen, werk-
leider GSWR.
postbaan, een baatbelasting worden geheven.
De belasting-opbrengst moet voldoende zijn, om de kosten
die door de gemeente zijn gemaakt, goed te maken, nadat per
thans gebaat perceel een bedrag van 350»" is afgetrokken.
Dit bedrag blijft namelijk voor rekening van de gemeente.
In de verordening, die in ontwerp wordt aangeboden, is een
berekening van de belasting opgenomen (art.7)«Dit de redaktie
van artikel 7 blijkt de bedoeling, om het jaarlijks op te bren
gen bedrag om te slaan over alle gebate percelen. Dit houdt
uiteraard in, dat elke verandering in het aantal percelen de
individuele aanslag beinvloedt. De aanslagen zullen thans groot
zijn 38,== voor de St, Maartenspolder en 11,== voor de an
dere gebieden.
B&W geven in overweging, tot invoering van de waterleiding
baatbelasting 1961 te besluiten.
Dit is weer 'n geval als 't vorige, zegt de heer ÏTuijten,
die zich afvraagt of dit nou 'n billijke verdeling is. In de
polder wonen grote boeren en kleinere mensen en toch betalen ze
allen 11 zelfde bedrag, maar ze hebben 't zelf zo gewild. Zonder
hoofdelijke stemming wordt de verordening hierna vastgesteld
als aangeboden.
Bij besluit van 30 december 1959 is, door wijziging van de
salarisregeling 1957» is mogelijkheid geschapen, om de werklei-
der van de G.S.W.R. in ambtelijk dienstverband aan te stellen.
Zoals bekend, is C. Marijnissen tot heden op arbeidsovereenkomst
werkzaam-
De reden waarom B&W niet eerder hebben geadviseerd, tot vaste
aanstelling te besluiten, is gelegen in de omstandigheid, dat
tussen hun college en de pensioenraad werd gecorrespondeerd
over de vraag of, en zo ja, sedert wanneer, de Pensioenwet op
de werkleider van toepassing zou zijn. Deze briefwisseling is
thans afgesloten met een schrijven van de pensioenraad dd. 8
juli i960, houdende mededeling, dat de werkleider geacht moet
worden per 1 december 1958 ambtenaar te zijn geworden in de zin
van de Pensioenwet.
Er is thans geen reden meer, om een aanstelling in vaste
dienst uit te stellen, temeer, daar ook de commissie voor de
Sociale Voorzieningsregelingen deze aanstelling gewenst acht.
B&W geven dan ook in overweging, daartoe te besluiten.
Om met hem het bureau van stemopneming uit te maken worden
door de voorzitter aangewezen de heren ïïuijten en van Oekelen,
Ingeleverd worden 10 stembriefjes, welke bij opening alle
de naam Marijnissen" blijken te bevatten, zodat de heer C.Ma
rijnissen, ingaande 1 november i960, met algemene stemmen is
benoemd als werkleider der G.S.W.R. in vaste dienst.