vraagt of ook de mensen, die aan de onrendabele uitbreiding
nog bouwen, ook baatbelasting zullen moeten betalen, zodat de
belasting in de toekomst meer zal gaan opbrengen dan noodzake
lijk is.
Inderdaad, zegt de voorzitter, doch het moment is nu nog
niet aangebroken om het tarief te herzien, daar thans aan die
uitbreiding nog geen huizen van betekenis zijn gebouwd 5 mis
schien is dat over 5 jaar wel het geval en dan zou het tarief
eventueel kunnen worden herzien. Voorts deelt de voorzitter me
de, dat het gaat over de toepassing der verordening, die door
de Raad is vastgesteld; niet over rechtvaardige verdeling der
belastingen. Vorig jaar is deze aangelegenheid nog uitvoerig
besproken.
Het lid van Oekelen meent, dat de verordening in 1959 is
vastgesteld, doch dat er veel jaren vroeger al over is gesproken.
Toen is n.l, een enquete gehouden en meegedeeld, dat de belas
ting veel lager zou zijn dan thans wordt geheven, gezien de voor
lopige schatting. In 1959 wordt de definitieve aanslag opgelegd,
er is een dubbel aantal huizen en toch is de belasting veel ho
ger.
De voorzitter noemt de baatbelasting helemaal niet sympathiek
en er zal dan ook geen cent meer behoeven te worden betaald dan
strikt noodzakelijk is. Van het begin af is het echter de be
doeling geweest om alle woningen, die gebaat zijn, er in te be
trekken.
De heer Nuijten wil kort zijn; Zegt, dat het propagandistisch
woord van de heer Wens weinig betekent en dat niet het gemeente
bestuur, doch de Raad in deze schuldig is. De Raad heeft de ver
ordening vastgesteld en wie stelde het onrendabele gebied vast?
Niet B&W, niet de Raad, doch de PNEM.
Door de heer Wens wordt hierop onmiddellijk gereageerd met
te zeggen, dat hij het woord propagandistisch niet graag in
de schoenen ziet gescho ven: al wat door hem naar voren is ge
bracht is geweest in het belang van de Bosschenhoofdse bevolking,
waarop de heer Nuijten repliceert, dat hij geen woord van het
door hem gezegde terugneemt.
Het lid Verschuren zou de aangelegenheid gaarne in een uit
sluitend daarvoor belegde vergadering willen behandelen.
Het voorstel van B&W, thans door de voorzitter in stemming
gebracht, wordt aangenomen met 6 tegen 4 stemmen.
Vóór het voorstel stemmen de leden Verdonk, Moonen, van den
Oever, Bartels, Nuiten en Schouw; er tegen de leden Verschuren,
van Oekelen, Buiks en Wens.
waterleiding- Zoals bij de vaststelling van de 8e en 12e begrotingswijzi-
oaatbelasting
ging 1960 is besloten, zal van de eigenaren der gebouwde perce
len, die gebaat zijn door de uitbreiding van het waterleiding
net in de St.Maartenspolder en gedeelten van de rijksweg Breda-
Roosendaal, de Gastelsebaan, de Molenbaan en de Oude Antwerpse-