- 5 -
De heer ïïuijten zegt te kunnen onderschrijven hetgeen door
de heer v.d, Oever is aangevoerd en informeert of die grootte van
de bouwpercelen misschien een gevolg is van de diepteligging.
Door de technisch ambtenaar, t.d. om uitleg gevraagd,wordt
toelichting gegeven.
Met algemene stemmen wordt hierna besloten de gevraagde
machtiging te verlenen.
Vaststelling Aangeboden wordt een concept-besluit tot vaststelling van
vergoeding de expx0itatievergoeding over 1959» welke vaststelling op grond
L^oiwet-1920. van de artikelen 101 en 103 der Lager.Onderwijswet 1920 vó<5r 1 de
cember 1960 moet plaats hebben.
Bij deze definitieve vaststelling der vergoeding wordt re
kening gehouden met het werkelijk aantal leerlingen, dat de bij
zondere scholen voor gewoon en voortgezet gewoon lager-onderwijs
heeft bezocht. Bovendien vindt verrekening plaats met de reeds
uitgekeerde voorschotten.
Tenslotte wordt bij dit besluit vastgest-ld het bedrag van
de voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven per school over
1959.
De verzoeken tot vaststelling (model J) der schoolbesturen,
en de daarbij behorende verzamelstaten der uitgaven, worden over
gelegd.
Overeenkomstig het voorstel van B en wordt het ontwerp
besluit met eenparige stemmen vastgesteld.
Vaststelling Het Bestuur der R.K. Meisjesschool voor v.g.l.o. Bovenstraat
artflO^bfs 18 te Hoeven, verzoekt vaststelling van de vergoeding voor vakon
der L.O.wet derwijs (handwerken) over het afgelopen jaar.
1920 over 1959 begluit yan 2Q feBruari.1959, aangevuld bij besluit van
30 december 1959, is een voorschot op de vergoeding toegekend van
2.387,50.
Het schoolbestuur heeft bewijsstukken overgelegd, waaruit
blijkt, dat wegens salarissen en sociale lasten een bedrag van
2.387,50 is betaald, zodat tussen het voorschot en de vergoeding
geen verschil bestaat.
B en W zijn van oordeel, dat de kosten niet zonder noodzaak
zijn gemaakt, en dat zij niet meer bedragen dan noodzakelijk was.
Onder verwijzing naar artikel 101 bis der Lager-onderwijswet 1920,
adviseren zij de vergoeding vast te stellen als in het overgelegde
ontwerp-besluit vermeld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit ontwerp-besluit vast
gesteld.
Verlenging Bij besluit van 23 juni j.l. is de werkingsduur van het
algemeen kas- ain.emeen kasgeldleningbesluit 19^0 verlengd tot 30 september i960,
geldleningbe-
sluit 1960. Om ook gedurende het 4e kwartaal 19^0 te kunnen voorzien m
de behoefte aan kasgeld, is het nodig, de geldigheidsduur van dit
besluit andermaal te verlengen.