- 2 -
Het "betrokken voet- en rijwielpad vormt een verbinding tus
sen de Uilenspiegelstraat en het weggetje dat langs de achter
zijde van het rekreatieoord "De Wildert" loopt.
B en W hebben naar aanleiding van dit verzoek ter plaatse
een onderzoek ingesteld en stellen voor niet tot onttrekking
over te gaan.
De heer Verschuren zegt het toe te juichen dat B en W met
dit voorstel zijn gekomen.
De heer Wens informeert naar de breedte van het voetpad,
dat aan beide zijden is afgerasterd, hetgeen de heer Huijten
doet vragen om dat na te zien.
Haar de mening van de heer Bartels is het weggetje overbodig
en besloten wordt, met de stem van de heer Bartels tegen, het
weggetje niet aan het openbaar verkeer te onttrekken.
Delegatie In de vergadering van 25 juni 1960 is de verkoopprijs van de
verkoop grond grond in de uitbreiding Hertenlaan, vastgesteld op 10,50 per m2
Hertenlaan.' voor de buiten en op 9*50 per m2 voor de binnenpercelen.
Bovendien is voor deze uitbreiding een verkavelingsplan ge
reedgekomen, zodat de grootte en de ligging van de verschillende
bouwpercelen is vastgesteld.
Het is uiteraard van belang, dat deze bouwpercelen zo spoe
dig mogelijk kunnen worden verkocht, nadat de aspirant-kopers
zich hebben aangemeld, temeer omdat in deze uitbreiding zeer
waarschijnlijk voornamelijk woningen uit de vrije sektor zullen
worden gebouwd.
Indien elk besluit tot verkoop door de Raad zou moeten wor
den genomen, zal meestal een spoedige verkoop, i.v.m. de tussen
de vergaderingen gelegen tijdvakken, niet mogelijk zijn.
Daarom lijkt het B en W aan te bevelen om, met gebruikmaking
van de bevoegdheid, neergelegd in artikel 212 der gemeentewet,
hun college te machtigen in voorkomende gevallen, die bouwper
celen te verkopen.
Daartegen behoeven geen bezwaren te bestaan, omdat zowel de
grondprijs als de indeling van de bouwpercelen reeds vastligt
en de besluiten evenzeer aan de goedkeuring van de gedeputeerde
staten zijn onderworpen.
Deze machtiging zou kunnen plaats vinden onder voorwaarde,
dat B en W van elk besluit tot verkoop in de eerstvolgende raads
vergadering mededeling doen.
Zij stellen daarom voor, hun college terzake te machtigen.
De heer v.d. Oever informeert naar de grootte van de perce
len, waarop wordt geantwoord,dat deze varieert, n.l. van 400
tot 600 nï2.
Spreker zegt dan, te betwijfelen dat er veel gebouwd zal wor
den in de vrije sektor en vraagt of de aantrekkelijkheid niet
groter zal worden, indien de bom/percelen kleiner worden gehouden.