dit terrein zoveel waarde,dat hij wellicht niet zou aarzelen
de verordening ter vernietiging voor te dragen.
Met unanieme stemmen wordt besloten als voorgesteld.
Herziening
rechtspositie
regelingen
personeel.
Door het centraal "bureau inzake gemeenschappelijke be
handeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden is
mededeling gedaan van een aantal wijzigingen,aangebracht in
de ontwerp-reohtspositieregelingen van het Centraal Orgaan.
Zoals bekend is,werken in dit orgaan vertegenwoordigers van
de gemeenten en van de ambtenarenorganisaties samen.
De wijzigingen betreffen het Algemeen Ambtenarenregle
ment, de Arbeidsovereenkomstenverordening en de Wachtgeld
regeling.
Burgemeester en wethouders stellen voor deze wijzigingen
in de gemeentelijke regelingen op te nemen, waar toe met een
parige stemmen wordt besloten.
Kindertoeiage-
verordening.
De gemeentelijke kindertoelageverordening 1954 wijkt op
twee punten af van het ontwerp van het Centraal Orgaan.
Geconcludeerd zou kunnen worden,dat de gemeentelijke
regeling voor de grotere gezinnen belangrijk gunstiger is
dan de rijksregeling. Dit is everaxel maar schijn, omdat naast
de kindertoelage een kindertoeslag geldt,die bij het Rijk
hoger is dan bij de gemeente.
Aangezien de progressie bij de rijksregeling tot precies
hetzelfde resultaat leidt als bij de gemeentemaar alleen
de vorm verschiltgeloven burgemeester en \vethouders niet,
dat voor het handhaven van een afwijkende regeling vol
doende reden bestaat. Zij menen daarom te moeten voorstellen
de eigen regeling te conformeren aan de rijksregeling,die
ook in het ontwerp van het Centraal Orgaan is overgenomen.
Burgemeester en wethouders geven derhalve in overweging
te besluiten tot invoering van de kindertoelageverordening
volgens het ontwerp van het Centraal Orgaan met ingang van
1 januari 1960 en bieden daartoe een concept-besluit ter
vaststelling aan.
Dit ontwerp-besluit wordt eenparig vastgesteld.
Studietoelage-
regeling (10e
begrotingswijzi
ging 1960.
In navolging van een groot aantal andere gemeenten
achten burgemeester en wethouders het gewenst een regeling
te treffen ter tegemoetkoming in de kosten van vakstudies
van het personeel.Een dergelijke regeling kan een stimulans
zijn om een voor de gemeente van belang geachte studie aan
te vangen en te voltooien.
Hoewel blijkens overgelegde brieven van de ARKA en de
KABO in het algemeen een vergoeding wordt gegeven van 75
i der kosten,achten burgemeester en wethouders het,ter be
perking van de financiële gevolgen voor de gemeentebegro-
tingjnodigjdat de vergoeding - althans voorlopig - wordt
beperkt tot 10.- per maand en 15«- per examen,met dien