Bezwaarschrift
tegen electri-
ficatiebaatbe-
lasting 1959.
Premie
spaarregeling.
adviseren burgemeester en wethouders tot onttrekking aan
het openbaar verkeer over te gaan.
Nadat de voorzitter heeft medegedeelddat de U.S. nog
zal worden bericht,dat geen enkele beperking in het ge
bruik mag worden opgelegd,wordt met eenparige stemmen be-
sloten als voorgesteld.
Door Ja. Lauwerijssen-van Dijk,Bovenstraat 55» alhieris
een bezwaarschrift ingediend tegen de haar opgelegde aan
slag in de electrificatiebaatbelasting 1959 over het be
lastingjaar 1959,kohier no.112.Het bezwaarschrift is tijdig,
d.w.z. vóór 31 mei 196O,ingekomen.
Haar bezwaar richt zich kennelijk niet tegen de aan
slag zelf,maar tegen het gebruik van de kadastrale belast
bare opbrengst als berekeningsbasis. Zij meent,dat een betere
lastenverdeling verkregen zou worden als b.v. het aantal
lichtpunten of het jaarlijks stroomverbruik uitgangspunt
waren.De grondslag "belastbare kadastrale opbrengst' is,
naar haar opvatting,verouderd en kan niet dienen als een
reële grondslag voor een juiste belasting van de door de
electrificatie gebate percelen.
Dat de kadastrale belastbare opbrengst verouderd is,
wordt toegegeven,inzoverre de laatste schatting van de
huurwaarde der eigendommen dateert van het einde der
vorige eeuw.Dit betekent overigens nog niet,dat de gegevens
van het kadaster niet meer bruikbaar zouden zijn.Haar de
mening van burgemeester en wethouders geven de belastbare
opbrengsten volgens het kadaster in het algemeen de onder
linge waarderverhouding der eigendommen vrij goed weer en
burgemeester en wethouders stellen voor op het bezwaar
schrift afwijzend te beschikken,conform welk voorstel met
eenparige stemmen wordt besloten.
De premiespaarregeling,vastgesteld in de vergadering
van 17 september 1959,heeft niet de instemming van de
Minister van Binnenlandse Zaken kunnen verkrijgen.s Mi
nisters bezwaren zijn omschreven in een overgelegde brief
van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant d.d. 21 oktober
1959.
Het hoofdbezwaar van de bewindsman geldt de redactie
van het tweede lid van artikel 4waarin de mogelijkheid is
neergelegd,dat een hogere premie wordt toegekend dan 15
van het gespaarde bedrag.Deze redactie is vastgesteld om
te voorkomen,dat een ambtenaarwiens wedde stijgt boven
7000.-,daardoor een lagere premie zou krijgen dan tevoren.
Immers bedraagt de premie voor wedden,beneden 7000.-,
25 $,doch daarboven 15
Hoewel met genezin,menen burgemeester en wethouders te
moeten adviseren aan het bezwaar van de Minister tegemoet
te komen.Kennelijk hecht de bewindsman aan uniformiteit op