worden beslistDaartoe is in de vergadering van 2 mei 1955
de "verordening,regelende de tegemoetkoming in de vervoers
kosten van schoolgaande kinderen" vastgesteld.
Bij de wet van 4 augustus 1958,St.BI.no. 387,is de l.o.
wet 1920 op verschillende punten gewijzigd,welke wyzigingen
m.i.v. 1 januari 1959 in werking treden.
Een van deze wijzigingen houdt in,dat m.i.v. 1 januari
a.s. de beslissing op verzoeken om een tegemoetkoming in
de aan het bezoeken van lagere scholen verbonden vervoers
kosten,niet meer aan de Raad behoort,maar aan burgemeester
en wethouders wordt opgedragen,zulks teneinde een snelle
afdoening der ingediende verzoeken te bevorderen.
Het vorenstaande betekent,dat de in de vergadering van
2 mei 1955 vastgestelde verordening inzake de tegemoet
koming in vervoerskosten met ingang van 1 januari 1959
ingetrokken moet worden.
Burgemeester en wethouders stellen in dit verband voor
een nieuwe verordening vast te stellen,waartoe zij een
ontwerp aanbieden.
De heer Verschuren zegt 't eens te kunnen zijn met 't
voorstel van burgemeester en wethoudersdoch zou gaarne
zien,dat belanghebbenden,indien nodig,een beroep konden
doen op de Raad.
Daar de wetgever deze aangelegenheid heeft toever
trouwd aan de competentie van het gemeentebestuur is dit
niet mogelijk, zegt de voorzitterwaarna de verordening
unaniem wordt vastgesteld als aangeboden.
Vervanging
bovengronds
l.s.net door
kabel te
Bosschenhoofd.
Op verzoek heeft de P.N.E.M. de mogelijkheid onderzocht
om in de kom van Bosschenhoofd het bovengronds l.s.net
door kabel te vervangen.
Bij schrijven van 2 oktober j.l. deelde de PNEM mede
daartoe bereid te zijn.De gemeente dient dan echter een
bijdrage in de kosten van de aders voor de openbare ver
lichting te betalen ten bedrage van 7316-
Bovendien zal de bestaande straatverlichting op het
nieuwe kabelnet moeten worden aangesloten,hetgeen nog een
uitgaaf van 4268.- zal vergen.
Hoewel burgemeester en wethouders van het nut van een
ondergronds electriciteitsnetvooral in een bebouwde kom,
overtuigd zijn,hebben zy aanvankelijk geaarzeld voor te
stellen deze bedragen beschikbaar te stellen.
Toen echter de heer Mugge van de PNEM in een monde
linge toelichting op het plan mededeeldedat de PNEM,ge
zien de toestand van het huidige bovengrondse net,over
uiterlijk 5 a 6 jaar toch tot verkabeling zal moeten over
gaan en de gemeente dan ook deze kosten zal moeten dragen,
hebben zy gemeend te moeten adviseren bovengenoemde be
dragen beschikbaar te stellen.