Geconcludeerd wordt derhalve,dat de aanslag moet worden gehandhaafdom welke reden in overweging wordt gegeven op het "bezwaarschrift afwijzend te beschikken.Een ontwerp besluit wordt daartoe overgelegd. De heer Nuijten zegtdatwanneer hij goed is geinf ormeerd bedoeld hondje nooit op straat komt en altijd binnen blijft en vraagt of dat hondje toch als loslopend moet worden be schouwd De voorzitter antwoordt hierop,dat burgemeester en wethouders zich ten deze hebben doen voorlichten door de ambtenaar van de buitendienstdie daaromtrent heeft ge rapporteerd. Hierop vraagt de heer Nuijten om, zo mogelijk,dit geval aan te houden,en een nader onderzoek te doen instellen. Yoor burgemeester en wethouders is het veel gemakkelijker in deze een conclusie te trekken dan voor de Raad.Spreker zegt dan ook aantekening te willen zien gesteld,dat hy "tegen" is. De heer M.Jongenelen merkt op,dat hij meermalen heeft geconstateerddat honden,die de gehele dag worden vastge houden,' s avonds op straat lopen,waarop de voorzitter ant woordt,dat deze honden als "loslopend" moeten worden be schouwd. Hierna wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethoudersmet de stem van de heer Nuyten tegen. Tegemoetkoming Van na te noemen personen werd een aanvraag ontvangen 0 Q,2? "fc 13 Cl 2? l.o.wet 1920. °m tegemoetkoming in de vervoerskosten in verband met het bezoek van een van hun kinderen aan een school buiten de gemeente 1. Joh. Broos Marijke straat 21 5 2. C.Vissenberg, Bredasebaan 24. Wat betreft de per soon,vermeld sub 1wordt opgemerkt dat diens zoon Johannes A.C. de 6e klasse van de Maria school te Roosendaal bezoekt.Het onderwijsin deze klas be doeld als voorbereiding voor uitgebreid lager onderxvijs, wordt in deze gemeente niet in klasse-verband gegeven,zo dat niet gesteld kan worden,dat betrokkene hetzelfde onderwijs kan genieten aan een bijzondere schoolgelegen binnen 4 k.m. van zijn woning. De dochter Maria Adriana van de hierboven sub 2 ver melde persoon bezoekt de R.K. U.L.O.school voor meisjes te Etten. De onderhavige aanvragen werden m.b.t. de afstand van de woning naar de school en de financiële toestand van de ouders getoetst aan de voorwaarden en bepalingen van art. 13 der l.o.wet 1920,waarbij bleek,dat beide aanvragen voor inwilliging vatbaar zijn.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1958 | | pagina 4