besloten als voorgesteld en het aangeboden concept-besluit
vastgesteld
Rondvraag. Door de heer Verschuren zijn twee schriftelijke vragen
ingediend,n.1een vraag omtrent het verlenen van 100.-
subsidie per jaar aan de ouden van dagen en omtrent het
overnemen van het onderhoud der Pastoor van Breugelstraat
door deze gemeente.
V/at de eerste vraag betreft deelt de voorzitter mede,
dat de Bonden van Bejaarden in 1955 een subsidie van het
Opbouwcentrum ontvingen van 85.-,terwijl een bijdrage door
de gemeente werd verleend van 480.-. Ook in de vooraf
gaande jaren werd telkens een belangrijk hoger bedrag door
de gemeente aan deze bonden afgedragen.Niettegenstaande
dat zegt de voorzitter toe deze aangelegenheid nog nader
in de vergadering van burgemeester en wethouders te zullen
bespreken.
T.a.v. de overneming van het onderhoud van de weg over
Bosschenhoofd zegt de voorzitter,dat reeds in 1947 met
Oudenbosch is gecorrespondeerd over deze aangelegenheid
doch dat Oudenbosch z.i. daarvan niet gaarne afstand zal
doen met het oog op grenswjjziging.Oudenbosch zal er op
worden gewezen,dat niet voldoende aandacht is besteed aan
't sneeuwruimen te Bosschenhoofdzodat ijsmassa's zich op
deze weg hebben vastgezet.Nogmaals zal Oudenbosch worden
voorgesteld om het onderhoud aan Hoeven over te dragen.
Op de vraag van de heer Verschuren naar de uitbreiding
van het waterleidingnet in de Willeke Joostenstraatwordt
door de voorzitter naar genoegen geantwoord.
De heer van Oekelen deelt mede via de radio te hebben
vernomen dat de minister goed vindt dat extra-uitgaven
worden gedaan aan die mensen,die daaraan behoefte hebben
en vraagt om daaraan ook hier aandacht te besteden.
Inderdaad,zegt de voorzitteren de minister verwacht
dat de gemeenten eenzelfde standpunt zullen innemen.Ook
hier is daarmede rekening gehouden en reeds 14 dagen ge
leden is een uitkering gedaan aan de mensen,die trekken
ingevolge de noodwet ouderdomsuitkering en daarvoor in aan
merking komen.Morgenvroeg zal een tweede uitkering plaats
hebben,terwjjl bovendien nog van individuele personen zal
worden nagegaan of uitkering aan hen noodzakelyk is.De
voorzitter vraagt dan nog de namen van hen,die onverhoopt
mochten zijn vergeten,aan hem te willen doorgeven.
De heer Nuijten zegt dankbaar te zijn voor de door de
voorzitter betrachte voortvarendheid .Hij had n.l. over deze
aangelegenheid willen bellen,doch men was hem al voor ge
weest Spreker zegt 't een prachtige geste te vinden om
aan de ouden van dagen te denken,doch zou ook de grote
gezinnen niet willen vergeten,waarop de voorzitter mede-