r-
Het voorschot beloopt de voor 1956 vastgestelde be
dragen per leerling,berekend over het gemiddeld aantal
leerlingen op 16 januari, 16 mei en 16 september 1955.
Overeenkomstig deze berekening zullen de voorschotten
bedragen.»
school
g.l.o. v.g.1.0
r.k. lagere jongensschoolHoeven
10395.-
r.k. lagere meisjesschoolHoeven
10890.-
r.k. lagere schoolBosschenhoofd
9780.-
v.g.l.o.,afd. r.k.jongensschoolHoeven
1393.33
r.k.v.g.l.o.-school voor meisjesHoeven
5098.33
Uitbetaling van deze voorschotten zal geschieden in
vier 3-maandelijkse termijnen.
Voorgesteld wordt de aanvragen van de schoolbesturen
in te willigen,waartoe een ontwerp-besluit ter vaststelling
wordt aangeboden.
Dit ontwerp-besluit wordt met eenparige stemmen vast
gesteld
Voorschot
vergoeding ex
art. 101bis
der l.o.wet
1920.
Overgelegd wordt een aanvrage van het bestuur der r.k,
v.g1.o-schoolalhierom voorschot op de over 1956 be
schikbaar te stellen vergoeding ingevolge art. 101bis der
l.o.wet 1920 (vergoeding vakonderwijzeres vrouwelijke hand
werken)
De mogelijkheid tot het verlenen van een dergelijk voor
schot is neergelegd in het 5e lid van art. 101bis van ge
noemde wet
In dit artikel is tevens bepaald,dat het voorschot
wordt verleend tot het bedrag,waarop voor het betreffende
jaar aanspraak kan worden gemaakt.
Over 1956 maakt het schoolbestuur aanspraak op een
bedrag van 540.32 (beloning vakleerkracht volgens het
bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 498.-
niet verhaalbare pensioensbijdrage 42.32).
Burgemeester en wethouders stellen voor aan genoemd
schoolbestuur een voorschot tot bovengenoemd bedrag te
verlenen,waartoe een ontwerp-besluit ter vaststelling
wordt overgelegd.
Dit concept-besluit wordt met eenparige stemmen vast
gesteld.
Subsidierege
ling jeugd
werk.
Aangeboden wordt een op 1 februari j.l. ingekomen
schrijven van de r.k. jeugdraad te Bosschenhoofdwaarin
verzocht wordt een subsidieregeling in te voeren voor het
jeugdwerk.
Met betrekking tot het verlenen van gemeentelijke sub
sidie t.b.v. het plaatselijk jeugdwerk stellen burgemeester
en wethouders het volgende.
Aangenomen wordt,dat het plaatselijk jeugdwerk, zowel te
Hoeven als te Bosschenhoofd,over onvoldoende mogelijkheden